16 november 2022 | Auteur: Ton Adriaens
‘Handige Harrie’
In 2015 werd mijn oudste dochter door TV-klusser Thomas uitgeroepen tot beste klusvrouw van Limburg. In enkele afleveringen van het RTL-lifestyleprogramma Eigen Huis & Tuin mocht zij samen met Thomas voor dit programma aan de slag. Als iemand mij vroeg waar die handigheid vandaan kwam antwoordde ik onbeschaamd: ‘Ja, dat zit toch in de familie!’
Eerlijkheid gebied mij te zeggen dat het hier mijn schoonvader Harrie betrof. Als kind bracht ze met opa uren door in zijn ‘werkhok’.
In tegenstelling tot Harrie heb ik geen twee maar zelfs drie linkerhanden. Door schade en schande wijs geworden heb ik geleerd mij achter die ‘handicap’ te verschuilen en alle klussen uit te besteden. In een overmoedige bui ging het vorige week toch weer mis toen ik met een waterpomptang de badkamerkraan te lijf ging om het kalkzeefje schoon te maken. Te zacht knijpen leverde een flinke beschadiging op. Te hard knijpen een onherstelbare vervorming. M. was er niet blij mee. Hoon en onbegrip voor zoveel onnozelheid vielen mij ten deel. Of ik nou nog steeds niets geleerd had van mijn miskleunen in het verleden? En inderdaad ben ik soms wat hardleers als het een eenvoudig karweitje lijkt te zijn.
Ik ben al jaren in het bezit van een elektrische boormachine ‘met toebehoren’ maar hoe daarop de schuurmachine, laat staan de decoupeerzaag, te monteren is voor mij tot op de dag van vandaag een raadsel. Ook bij een gaatje boren ontbreekt mij het spreekwoordelijke ‘leien dakje’. Een boorgat in een muur wil maar niet diep genoeg worden. Kloppen of duwen helpt niet. Plug erin: te lang! Afgeknipt en met veel geweld een schroef erin. Ook te lang! Met hak- en breekwerk er weer uit.
Alles waar schroefdraad op zit noem ik ‘schroef’. Dat is een hinderlijke misvatting. Op een bout zit namelijk ook schroefdraad en er zijn wel honderdduizend soorten en maten schroeven en bouten. Als een bevriende ‘duizendpoot’ mij naar een bouwmarkt stuurt voor een parker, zelftapper of keilbout krijg ik natte plekken onder mijn armen. En ‘torch’ is geen Scandinavisch gerecht maar een schroef die ik met geen enkele schroevendraaier loskrijg.
Enkele andere beschamende wapenfeiten:
Een lamp verwisselen leverde mij eens glasscherven in mijn hand op terwijl het restant muurvast in de fitting zat;
Omdat een ‘moer’ in mijn dialect een (langvormige) wortel is heb ik ‘bout’ en ‘moer’ jarenlang met elkaar verward;
Probeer ik een kunststof sifon los te draaien, breekt ie af. Maak ik de kruimeldief leeg knapt er ergens een pinnetje;
De ergste miskleun betrof twee wat wankel hangende keukenkastjes in de flat van mijn moeder. Mijn zussen gingen ‘witten’ en of ik die kastjes even van de muur wilde halen en na de witklus weer muurvast ophangen. Na veel vloeken en zuchten hingen ze weer … ondersteboven. De legplankjes vielen er meteen weer uit!
Ton Adriaens