6 april 2021 | Auteur: Ton Adriaens
Fanida Kadra: ‘Vijftien jaar raadslidmaatschap, het was de beste leerschool die je als mens kunt hebben.’
Fanida Kadra (37), fractievoorzitter van de PvdA in Weert, neemt per 14 april 2021 afscheid van de gemeenteraad en stelt in overleg met het bestuur van de PvdA haar zetel beschikbaar aan Leon Heuvelmans. Het bestuur geeft aan Fanida zeer erkentelijk te zijn voor haar bijdrage aan de Weerter politiek en de samenleving en gaat op zoek naar een nieuw politiek profiel en naar nieuwe kandidaten voor de verkiezingslijst 2022. Samen met Fanida kijk ik terug op vijftien turbulente jaren raadslidmaatschap.
In 2006 stond je twaalfde op de kieslijst en kwam je met voorkeurstemmen in de raad. De PvdA-fractie telde destijds 7 raadsleden. Je ster rees snel. Zes jaar later werd je tussentijds fractievoorzitter. Vanwaar die snelle ‘promotie’?
‘In 2002 stond ik ook al op de kieslijst en in 2006 kwam ik als tweeëntwintigjarige, en daarmee jongste raadslid ooit, in de gemeenteraad van Weert. Terwijl ik eigenlijk niet in de raad wilde. Ik was wel politiek betrokken maar studeerde in Maastricht en had totaal niet op zoveel voorkeurstemmen gerekend. In 2010 bestond de PvdA-fractie uit vier leden met Conny Beenders als fractievoorzitter. Haar onvrede met het landelijke PvdA-beleid kwam toen al regelmatig naar voren en in 2012 koos zij ervoor het stokje, twee jaar voor de volgende verkiezingen, aan mij over te dragen. Gepokt en gemazeld na zes jaar raadslidmaatschap wilde ik die uitdaging graag aangaan.’
Je was een veelbelovende en ook veelbesproken politica. Je staat bekend als een goed debater met kennis van zaken. Je gaf interviews aan landelijke en regionale media, stond in het feministische maandblad Opzij en je schoof aan bij Jeroen Pauw. Wat is jouw politieke erfenis ofwel welke politieke wapenfeiten vervullen jou met trots?
‘Als PvdA’er heb ik me uiteraard ingezet voor sociale vraagstukken binnen onze gemeente. Zoals het armoedebeleid, meer diversiteit in het ambtelijke apparaat, een betere communicatie naar onze inwoners, cultuurhistorie, sociale woningbouw of onlangs nog mijn verzoek om ook in Weert de slachtoffers van de toeslagenaffaire in beeld te brengen. Maar waar ik het meest trots op ben, is wat ik achter de schermen voor individuele burgers in nood heb kunnen betekenen. Waar de mens centraal stond en niet de regels, waar geen spotlights en media waren. Vanuit die concrete praktijkgevallen kon ik aan structurele verbeteringen werken.’
Is er ook een keerzijde aan het zijn van een markant raadslid?
‘Zeker wel. Helaas ligt er nog een stapel aangiftes van mij op het politiebureau, van smaad en laster tot aan doodsbedreigingen. Die laatste zaak loopt trouwens nu nog bij de Hoge Raad. Je ‘leert’ er wel mee omgaan. Zo heb ik bijvoorbeeld maatregelen moeten treffen om mezelf beter te beschermen. Maar het heeft altijd een impact op je leven, al is het maar een stukje ‘schuldgevoel’ omdat ik voor dit leven heb gekozen en mijn omgeving er indirect ook last van heeft gehad. Gelukkig heb ik altijd de steun gekregen om dit werk te blijven doen, ondanks de negatieve consequenties die het bij tijd en wijle kon hebben.’
In 2014 bestond de PvdA-fractie nog maar uit drie personen. Drie vrouwen waarvan twee met een Marokkaanse achtergrond. De derde, Conny Beenders, stapte in 2015 uit de fractie en ging als zelfstandige fractie verder. Wat ging er mis?
‘Een raad, maar ook een fractie, behoort een afspiegeling te zijn van de bevolking. Dat was jammer genoeg niet het geval. Ik ben hier geboren en getogen maar toch kreeg ik steeds vaker met islamofobie en racisme te maken. Zelfs in de achterban van mijn eigen partij. Dat raakte mij diep.
Van 2006 tot 2010 waren er in de fractie van zeven mensen, drie met een Marokkaanse en een met een Turkse achtergrond. Ook niet bepaald een afspiegeling van de maatschappij. Maar toen kwam het de partij, met name Alouis Heijmans, vanwege het electorale gewin goed uit om mensen van buitenlandse afkomst op de lijst te zetten. Het is dan ook niet aan Alouis om mij nu de maat te nemen over wat zowel politiek als ethisch verantwoord is.
Wat Conny betreft, er waren al de nodige interne discussies over zowel het landelijke als het lokale PvdA-beleid maar het meningsverschil over de reiskostenvergoeding voor de burgemeester was de druppel die bij haar de emmer deed overlopen. Wij als raad hadden dat drie jaar lang goedgekeurd en schoven nu de verantwoordelijkheid op het bordje van de burgemeester. Dat vond ik niet eerlijk en ik ben nogal van de principes. De PvdA-fractie stemde verdeeld en Conny vertrok.’
In 2018 behaalde de PvdA nog maar één zetel. De teleurstellende verkiezingsuitslag en interne strubbelingen waren voor enkele bestuursleden aanleiding op te stappen. Jij stond derde op de verkiezingslijst maar kwam op basis van 254 voorkeurstemmen toch in de raad. Lijsttrekker Ad van Mierlo en enkele leden uit de steunfractie namen het je kwalijk dat jij je positie niet aan de lijsttrekker beschikbaar stelde. Was dit het begin van het einde van jouw politieke carrière in Weert?
‘Waarschijnlijk wel. Maar ik had de meeste stemmen en dan werkt de democratie nou eenmaal zo. In tegenstelling tot wat vaak wordt beweerd, waren daarover nooit afspraken gemaakt. De enige afspraak die was gemaakt was dat, mocht de PvdA in de coalitie komen, ik kandidaat zou zijn voor een wethoudersfunctie. Alouis Heijmans, die al langer aan mijn stoelpoten aan het zagen was, zag zijn protegé Van Mierlo de strijd verliezen en organiseerde achter de schermen het verzet. Toch is dat niet de reden waarom ik stop. Daarvoor ben ik te strijdbaar. Maar na 15 jaar heb je alles wel een keer meegemaakt en wordt het tijd voor iets nieuws. Het was wel de beste leerschool die je als mens kunt hebben. Het levert je enorm veel inzicht in andere mensen op.’
Je hebt zelf herhaaldelijk aangegeven dat jouw vertrek niets te maken heeft met de kwestie rondom burgemeester Heijmans. In het eindrapport van onderzoeksbureau Berenschot werd je volledig vrijgepleit van integriteitsschending. Toch was jouw relatie met Jos Heijmans op zijn minst opmerkelijk te noemen: persoonlijk bevriend, hij voorzitter van de stichting waar jij een parttimefunctie bekleedt, de toon in de persoonlijke mailwisseling, het bewuste etentje in Bree. Het droeg allemaal niet bij aan het beeld van een onafhankelijke kritische houding. Vind je het achteraf nog steeds vreemd dat dit vragen opriep?
‘Ik begrijp het, maar het is niet terecht. Ik ben daarin volledig transparant. Ik kan iedereen recht in de ogen kijken en heb geen enkele integriteitsregel geschonden. Vergeet niet dat ik zelf gevraagd heb in het onderzoek te worden meegenomen. Waarheid en beeldvorming zijn twee verschillende zaken. Een vriendschap hoeft een professionele houding als raadslid toch niet in de weg te staan? Waarom zou ik minder kritisch zijn? Vanwaar die aanname?
En weet je wat ik nog het ergste vind in dit hele verhaal? De bekrompenheid en het conservatisme op het moment dat een man en vrouw bevriend zijn met elkaar. Dat ik moet constateren dat mijn ouders – eerste generatie gastarbeiders – ruimdenkender zijn dan een grote groep in Weert die zich bezighoudt met roddel en achterklap. Heel pijnlijk voor Jos, voor zijn gezin maar ook voor mijn familie en mij. Je kunt je daar niet tegen verweren. Op inhoud begrijp ik de vraagtekens en die kan ik weerleggen. Daarover wil ik met iedereen de discussie aangaan. Het is de suggestieve ondertoon die mij behoorlijk dwarszit, net als het latente racisme waarmee ik steeds geconfronteerd word. Zo hoorde ik naar aanleiding van mijn optreden in raadsvergaderingen herhaaldelijk terug: ‘Goed voorstel, jammer dat het van een Marokkaanse moet komen.’
Met welk gevoel neem je afscheid van de Weerter politiek en wat zijn je toekomstplannen?
‘Ik heb oprechte reacties van collega-raadsleden uit andere partijen gekregen die aangaven mij te zullen gaan missen. Hun respect laat mij niet onberoerd. Die morele steun heb ik helaas gemist bij een aantal leden van de PvdA.
We hebben het hier in Weert met z’n allen op politiek gebied nog zo slecht niet gedaan. We hebben toch een gemeenteraad met een sociaal gezicht. Ik ben blij dat ik daar een bijdrage aan heb mogen leveren. Ik ben en blijf sociaaldemocraat en hoop van harte dat het de PvdA Weert goed gaat.
Mijn toekomst?
Ik neem een ruime bezinningsperiode om me op mijn toekomst voor te bereiden. Als er nu geen coronapandemie zou zijn, zou ik waarschijnlijk enkele maanden in het betoverende blauwe dorpje Chefchaouen in Marokko zitten. Wellicht worden het daarna ondersteunende activiteiten of een adviesfunctie, politiek georiënteerd maar niet meer in de spotlights. Daarbij ben ik dan niet meer persé gebonden aan Weert.’