Esther Snijders: ‘Wat er ook gebeurt, volg altijd je passie!’

Stramproy is na Volendam misschien wel het muzikaalste dorp van Nederland. De Mooshoofpaadzengers, Hoube Dré Band, Fons Heuvelmans, The Classics; wie kent ze niet? In dit rijtje mag zangeres Esther Snijders (48) niet ontbreken. Onlangs vertolkte ze op grandioze wijze de rol van Femke in ‘Antje – de musical’. Haar zang bezorgde menige toeschouwer kippenvel.

Muziek werd haar met de paplepel ingegeven. Als twaalfjarige werd ze uitgenodigd als zangeres deel te nemen aan de Boontje Aovendje in Stramproy. 

In 2007, Esther was toen al leadzangeres in meerdere coverbands geweest, vroeg Roger van Zundert van Limbo Project haar het nummer ‘Thoes’ op te nemen. Het werd een geweldig succes. (Met dit nummer staat ze nog steeds, net achter Gé Reinders, op plaats 50 in de honderd meest succesvolle hits uit de L1 Top 100-geschiedenis.) Daarna werd het jarenlang stil rondom Esther. Na een heel moeilijke periode in haar leven waarin het plezier in het zingen haar om diverse redenen werd ontnomen heeft ze dit gelukkig weer teruggevonden. Met iedere nieuwe uitdaging op het podium vervagen de krassen op haar ziel. 

Tegenwoordig laat ze haar zangkunsten horen bij coverband DaVinci. Hun repertoire bestaat uit covers van onder andere Tina Turner, Heart, Van Halen, Pink, Eurythmics en vele anderen. Samen met  Limbo Project maakt ze ook weer Limburgstalige popmuziek. Daarnaast vormt ze sinds kort met goede vriend Rolph Broens (zoon van Classics frontman Harry Broens) het duo Just take Two. 

‘Muziek werd me met de paplepel  ingegeven’, leg eens uit?

Mijn opa en oma Aquarius waren heel muzikaal. Opa speelde accordeon en gitaar en kon heel mooi zingen. Oma speelde banjo. Op familiefeestjes werd de accordeon standaard meegenomen en dan werd er meerstemmig gezongen. Mijn moeder heeft die muzikale genen meegekregen en doorgegeven aan mij. Al vanaf mijn derde levensjaar zong ik de liedjes van Abba mee en keek ik naar Toppop op tv.  Mam kan echt voortreffelijk pianospelen en dat heeft ze mij al op jonge leeftijd ook geleerd. Stiekem vond ik zingen toch leuker en ik bleef maar zeuren om ook op zangles te mogen. Zo kwam ik bij zangpedagoge Elvira van Leeuwen terecht.

Hoe kwam je bij de Boontje Aovendje van De Zoatmaale Stramproy terecht?

Ik was een jaar of twaalf toen ik al mijn moed bij elkaar raapte en me inschreef voor een talentenjacht hier in Stramproy. In die tijd was ik best wel verlegen. Maar ik won! Met een nummer van Abba natuurlijk. Daarop werd ik gevraagd om op de Boontje Aovendj te komen zingen. Op nummers van onder andere BZN werden dialectteksten voor mij geschreven en in 1991 nam ik samen met De Road  ‘Ei glaeske beer’ op. Meerdere vastelaovendj-leedjes in het Stramproys dialect volgden, onder andere samen met  vriendengroep De Kaepernegel en het liedje ‘Veur niks geit de zon op’ werd in 1994 dé vastelaovendjkraker van Stramproy.

Wanneer stapte je over van dialectnummers naar Engelstalige coverbands?

Ik ben dialectnummers altijd trouw gebleven, zing met vastelaovundj hier in het dorp nog steeds de ‘krakers’ van vroeger. Tijdens mijn middelbare schooltijd aan de Philips van Horne deed ik mee aan Van Horne Pop met een liedje van Gloria Estefan. Van daaruit volgden de schoolmusical en het zingen bij bandjes.

Ondanks jouw successen draag je een bepaalde bescheidenheid met je mee, die je overigens siert. Komt dit voort uit een gebrek aan zelfvertrouwen?

Het zit natuurlijk ook in de aard van het beestje maar de oorzaak van mijn onzekerheid ligt vooral in gebeurtenissen uit de donkerste periode van mijn leven. Er is ontzettend veel gebeurd waardoor mijn zelfvertrouwen naar niveau ‘0’ werd gebracht. Ondanks het feit dat mensen altijd heel enthousiast reageren als ik voor ze gezongen heb, zit ergens diep vanbinnen een stemmetje dat zegt: ‘Durf en kan je dit wel?’, en ‘Ach, zo bijzonder was het toch niet’. 

Donkere periode

Ik ben in 2000 naar Roggel verhuisd en heb toen gekozen voor een heel ander leven.
Wegens meerdere omstandigheden heb ik de muziek een hele lange tijd vaarwel moeten zeggen. Juist op het moment dat ik eigenlijk had willen doorpakken.
Roger van Zundert uit Roggel had Limbo Project opgericht. Dit was destijds nog een studioproject waar verschillende artiesten aan meewerkten. 
Roger schreef de liedjes, nam de muziek op en zocht een zanger of zangeres om de liedjes in te zingen.  Roger benaderde mij om het liedje ‘Thoes’ in te zingen. Dit werd erg goed ontvangen bij de regionale radiostations. Zo goed zelfs, dat het op nummer 1 in de Limbo Top 10 binnenkwam en er allerhande aanvragen kwamen om ‘verder’ te gaan. Helaas kon ik daar toen geen gehoor aan geven en heb ik de muziek gedag moeten zeggen. Voor een hele lange periode. 

Dit knaagde enorm aan mij, ik miste het zingen! Limbo Project ging verder zonder mij. Er werd een heuse band opgericht, ze maakten mooie muziek en waren heel succesvol. Het deed me pijn dat ik hier geen deel van kon uitmaken.
Maar… de ‘donkere’ periode was niet alleen donker. Er waren natuurlijk ook mooie momenten en mijn twee kinderen werden geboren. In 2007 kwam mijn eerste zoon Beau ter wereld en in 2012 mijn tweede zoon Bjorn. Ontzettend blij en trots was en ben ik nog steeds op deze twee! Ik zou ze voor geen goud willen missen!

Een burn-out bracht de ommekeer

In 2014 kreeg ik een zware burn-out. Ik was mezelf volledig kwijtgeraakt. Tijdens de behandelingen hiervoor kreeg ik het advies om de muziek weer op te pakken. Alsof het zo zijn moest, zocht Roger van Zundert in die periode opnieuw contact met mij. Hij vroeg of ik wilde meewerken aan een gelegenheidsoptreden in Roggel. Tijdens dit optreden werd me pas echt duidelijk hoe zeer ik de muziek al die tijd gemist had. Ik was voorbestemd om muziek te maken.
Dit heb ik aangegeven bij Roger, en hij schreef direct een lied voor mij. Samen met Limbo Project heb ik ‘Alles liektj anges’ opgenomen en wederom werd dit goed ontvangen door L1; het kwam binnen op nummer 1 in de Limbo Top 10. 

In 2016 ben ik, na een scheiding, samen met mijn twee kinderen, terug naar Stramproy verhuisd. 
De muziek heb ik daarna voorzichtig weer opgepakt.

‘Blijf altijd je passie volgen!’

Door de hernieuwde optredens realiseer ik me wat ik al die jaren gemist heb, bekruipt me soms ook het schuldgevoel dat ik het heb laten gebeuren. Misschien had ik veel meer uit mijn zangcarrière kunnen halen? Antje – de musical was voor mij een fantastische ervaring maar ook een spannende uitdaging. Dan is daar af en toe, toch weer even het stemmetje in mij dat zegt: ‘Esther durf jij dit wel? Kan jij dit wel?’

Ik zou aan iedereen mee willen geven dat je, wat er ook gebeurt, altijd je passie moet blijven volgen. Doe je dit niet, stop je het weg, dan ben je jezelf continue voor de gek aan het houden. Het heeft me veel doorzettingsvermogen gekost, maar ik heb mezelf teruggevonden. Ondanks dat het moeilijke jaren waren is het ook weer de muziek die me er bovenop heeft geholpen. Ik krijg er zoveel positieve energie van. Ook heb ik ontzettend veel nieuwe lieve mensen leren kennen, eigenlijk een heel nieuw sociaal leven ontdekt. Het maakt me een gelukkig mens en dit straal ik op mijn beurt ook weer uit naar mijn jongens, familie en vrienden.

Welk genre zing je het liefst?

Meerstemmig zingen en ballads waarbij ik lekker kan uithalen hebben mijn voorkeur maar ik vind het ook heerlijk om wat ruigere muziek te maken. Limbo Project is luistermuziek, DaVinci is wat pittiger en Just take Two is een mengeling van beide genres. Ik kom dus ruimschoots aan mijn trekken. 

Wie zijn jouw grootste voorbeelden? Je grootste idolen?

Dan kom ik toch uit bij Céline Dion, Whitney Houston, Ilse DeLange. Verder vind ik de muziek van Danny Vera helemaal geweldig. Als ik met iemand graag een duet zou willen zingen dan is het met hem.

Een nieuwe liefde

In Stramproy heb je het levensgeluk weer teruggevonden?

Heel zeker. Als ik hier door het dorp loop en begroet word, ben ik nog steeds dankbaar dat ik weer ‘thuis’ ben in mijn geboortedorp. Ik was aanvankelijk bang voor de reacties, dat mensen zouden vinden dat ik na mijn verhuizing mijn vriendenkring had laten vallen. Maar ik werd hier weer met open armen ontvangen.

Ik werk bij Verkoelen Groep in Beringe, een groothandel in o.a. bouwmaterialen en mijn huidige partner Pieter werkte bij Replay Speeltoestellen en bestelde regelmatig cement bij ons. Wij zagen elkaar nooit maar zijn mails werden onderschreven met ‘Pieter Kwaspen’, een veel voorkomende naam in Stramproy. Ik vroeg me dan ook af of hij een dorpsgenoot was, maar daar bleef het verder bij. In 2017 trof ik zijn ouders in een café, hier in Stramproy. Die kende ik van vroeger en we maakten een praatje. Hun zoon kende ik niet -Pieter is 10 jaar jonger dan ik- maar die mengde zich op enig moment in het gesprek. De rest is geschiedenis. We zijn al een jaar of zeven bij elkaar en wonen sinds enkele jaren samen.

Pieter werd in 2012 na een operatie geconfronteerd met een incomplete dwarslaesie. In 2011 had hij plotseling ontzettende hoofdpijn gekregen. Vanuit het ziekenhuis in Weert werd hij doorverwezen naar het UMC in Maastricht. Daar vonden ze een zwakke plek in zijn ruggenmerg waaruit hersenvocht zijn lichaam in lekte. Dat veroorzaakte de hoofdpijn. In 2012 volgde een operatie maar toen hij ontwaakte uit de narcose had hij totaal geen spierfunctie meer in zijn benen. Er volgde een lang revalidatietraject wat hem uiteindelijk weer op de been hielp. Toen ik hem ontmoette was nauwelijks te merken dat hij beperkt was in zijn mobiliteit. Helaas ging door verklevingen de aansturing van spieren steeds verder achteruit. In 2019 gingen we samen voor een second opinion naar het Radboud ziekenhuis in Nijmegen. Er moest een operatie volgen anders zou hij zeker permanent in een rolstoel belanden. Die operatie leverde helaas niet het resultaat op waarop we gehoopt hadden. Zijn situatie is nu stabiel. De rolstoel is wel een noodzakelijk hulpmiddel. Hier in huis zijn geen aanpassingen nodig. Hij kan staan, zelfstandig traplopen en zelfstandig douchen. Pieter is een optimistische doorzetter. De enige aanpassing betreft de auto. Rem en gas kan hij handmatig bedienen. Hij werkt fulltime, heeft geen pijn en geen medicatie. We prijzen ons gelukkig met ons leven.

Je hebt twee kinderen, Beau (16) en Bjorn (12), een baan bij Verkoelen Groep in Beringe en woont samen met Pieter. Zijn je gezinsleven, je werk en je zangcarrière gemakkelijk te combineren?

Het is soms wat passen en meten om alles geregeld te krijgen. Maar dat is bij de meeste gezinnen niet anders. Ik krijg gelukkig heel veel hulp van Pieter, mijn ouders en schoonouders. Zij springen bij, als het even te druk wordt. En ook op mijn zusje Inge en vrienden kan ik terugvallen mocht dat nodig zijn.

Jouw toekomstdroom? 

Ondanks het feit dat ik al 48 ben zou ik toch nog graag wat stappen willen zetten in mijn muzikale carrière. Op een of andere manier het ik het gevoel dat ik bezig ben met een inhaalslag omdat ik een heel stuk muzikale ontwikkeling ben kwijtgeraakt. Zo’n deelname aan Antje – de musical vond ik echt heel gaaf. Ik heb het toch maar gedaan en dat smaakt naar meer. Het geeft een enorm goed gevoel als mensen je waarderen en je ze weet te raken met muziek.