Desirée Dils: ‘Er zit een klein hartje deze stoere zakenvrouw’

De Weertse Desirée Dils (42) is de dochter van Joep Dils en Ivonne Paulissen. Tijdens haar opleiding aan de Hotelschool in Maastricht liep ze stage in een hotel in Hangzhou in China. Na haar examen ging ze er aan de slag als Assistant Director of Food and Beverage. Na een jaar zette ze haar carrière voort bij diverse werkgevers in Londen. Ze maakte er naam in het Londense hotelwereldje en zette er de Food & Beverage Managers Association op, waarin ze mensen uit het vak met elkaar in contact bracht. Vijftien jaar woonde ze in Londen. Het werd haar tweede ‘thuis’. Voor vakanties en werkinspiratie reisde ze de hele wereld over. Sinds 1 april 2021 is zij General Manager van Kruisherenhotel Maastricht en lid van het directieteam van de Oostwegel Collection van hotelier Camille Oostwegel. Nu woont ze weer in haar echte thuis: Weert.

Welke weg heb je gevolgd om te komen tot waar je nu bent?

‘Ik heb een geweldige jeugd gehad. Ik werd gestimuleerd om te reizen, kennis te maken met andere culturen. Mijn moeder werkte in het reisbureau van opa Paulissen en mijn vader bij DHL Nederland.
Als enig kind mocht ik studeren wat en waar ik wilde. Maar, ze vonden wel dat ik moest leren met geld om te gaan. Voor niets gaat de zon op. Mijn ouders spoorden mij tijdens mijn middelbareschooltijd aan een bijbaantje te nemen. Alles wat ik daarmee verdiende, zouden zij verdubbelen. Daar had ik wel oren naar. Mijn eerste horeca-ervaring deed ik op bij de Gotcha. Ook heb ik nog bij De Liefhebber in de keuken gewerkt en in de bediening bij De Gruyter en D’oude Markt. Het was hotelier Hans Munten die mij op het spoor zette van de Hotelschool Maastricht. Hem kende ik via zijn kinderen en Hockey Vereniging Weert.  

Oma Dils zag de Hotelschool ook helemaal zitten en stuurde mij vóór het selectiegesprek naar kledingzaak Benetton. Ik moest er piekfijn uitzien want ‘Wie Du kommst gegangen, so wirst Du auch empfangen’ (red. Goethe). Slechts één op de vijf kandidaten kwam door de selectieprocedure. Ik was bij de gelukkigen en startte in 1998 mijn opleiding in Maastricht.’

Wie in Weert de naam Dils hoort denkt meteen aan curryworst. Het waren jouw opa en oma die daar verantwoordelijk voor waren?

‘Klopt. Oma Josefien was van Duitse afkomst en had met opa een speciaal recept voor de bereiding van curryworst en currysaus gemaakt. Wat niet veel mensen weten is dat opa en oma Dils jaren in Nederlands-Indië woonden. Opa was er beroepsmilitair in het Koninklijk Nederlands-Indisch Leger (KNIL). Tijdens de Japanse bezetting hebben ze jaren onder de meest erbarmelijke omstandigheden in Jappenkampen doorgebracht. Gelukkig hebben ze het overleefd. Door zijn vele tropenjaren kon opa al vroeg met pensioen. Samen openden zij in 1965 ‘Automatiek Dils’ in de Beekstraat. Mijn tante Thea Dils was getrouwd met slager Bert Kuppens en die leverde het vlees voor de hamburgers en worsten volgens de recepturen. Mijn oom Fred Dils, die in 1949 net voor de terugreis per boot vanuit Batavia is geboren, nam later met zijn vrouw Gerlies de frituur over.

De frituur met automatiek van Fred en Gerlies Dils (Beekstraat 73) was in de jaren zeventig in de verre omstreken bekend vanwege de curryworsten, hamburgers en halve hanen.

Ik heb me de laatste jaren verdiept in de Indische periode van opa en oma en ben daar nu een boek over aan het schrijven. Ik doorzocht vele archieven, ging naar Bronbeek, hét kenniscentrum van het koloniaal-militair verleden en sprak veteranen.’

Curryworst Van Dils.

Het begon allemaal in 1965 met de Duitse curryworst van grootmoeder Josefien Dils. Fred en Gerlies Dils namen jaren later de frituur over. De handgeschreven recepten gaf Josefien onder strikte geheimhouding aan hen door. Het best bewaarde familiegeheim. 

Tegenwoordig staat nicht Nicole Dils aan het hoofd van Van Dils Worst en Saus, een ambachtelijk familiebedrijf dat levert aan groothandel en horeca. 

Je opa van moederskant had een reisbureau terwijl je oma van vaderskant verantwoordelijk is voor de ‘wereldberoemde’ curryworst van Dils. Is er daarmee een link te leggen naar jouw reislust en horecacarrière?  

‘Zeker. Het reizen is me met de paplepel ingegoten, net als gastvrijheid en gezelligheid creëren. Bij familiefeestjes zorgde ik voor een hapje en een drankje en deed dat met liefde en plezier. Maar ook de onafhankelijke opvoeding, het ondernemerschap en doorzettingsvermogen van mijn (groot)ouders hebben daaraan bijgedragen.’

Carrière

Chinese tijd: Als jong meisje uit Weert beland je in de Chinese miljoenenstad Hangzhou. Cultuurschok?

‘Enorm. Mijn mentor op de hotelschool waarschuwde mij: Het wordt pompen of verzuipen met jouw uitgesproken karakter. Mijn ouders hadden ‘mixed feelings’, maar ik ben nogal standvastig van aard. Ik had me goed ingelezen en me heel solide voorbereid op deze uitdaging. Als blanke vrouw was ik daar een bezienswaardigheid. Kinderen die aan mijn huid voelden of er verf op zat. Gebruiken en omgangsregels waren totaal anders dan in Nederland maar ik heb me er snel aangepast.’

Engelse tijd: Van 2003 tot mei 2018 woonde en werkte je in Londen. In interviews noemde je het je tweede thuis. 

‘Londen is een wereldstad waar je carrière kunt maken. Ik heb als manager in verschillende bedrijven Food & Beverage geleid (voedsel- en drankvoorzieningen). Steeds een stapje hoger. Je bent als manager verantwoordelijk voor restaurant, keuken, roomservice, bar en events. Behalve met de vakinhoudelijke leiding wat betreft menu, voorraad en werkwijze ben je ook belast met het personeelsbeleid van jouw afdeling en ben je aanspreekpunt voor gasten en interne afdelingen. Het was een prachtige tijd en ik had en heb er een uitgebreid zakelijk en sociaal netwerk.’

Amsterdamse tijd: Drie jaar werkte je als Director of F&B bij De L’Europe, een luxe 5-sterren hotel in Amsterdam. Is Amsterdam de wereldstad die het meent te zijn?

‘Nee het is nog lang geen Londen of New York, maar is wel op de goede weg. Er zitten fantastische restaurants en cocktailbars, de stad loopt over van het toerisme. Wat briljant is voor hotels natuurlijk. De mentaliteit is behoorlijk verschillend van die in Londen en aan de directheid moest ik wel weer wennen.’

Maastrichtse tijd: Oostwegel Collection

‘Na drie jaar Amsterdam was het voor mij tijd om te verhuizen, voor de 18e keer in mijn leven. Ik werd getipt door vrienden dat voor mij de perfecte vacature vrijkwam bij Camille Oostwegel in Maastricht. Twee jaar daarvoor had ik Camille al eens informeel gesproken. Deze positie van Directeur/Gastvrouw is mij op het lijf geschreven, aangezien ik al een tijdje klaar was voor een directeursfunctie voor het hele pakket, dus inclusief hotelkamers en alles wat daarbij hoort. Dat heb ik nu bij Kruisherenhotel Maastricht gevonden. Het is voor mij de ideale baan bij een geweldig mooi familiebedrijf waar ik me na drie maanden al helemaal thuis voel.’

Ingang Kruisherenhotel, Maastricht.

Ook nog wereldsterren ontmoet?

‘Julia Roberts, naast een warme persoonlijkheid, de mooiste en natuurlijkste vrouw die ik ooit heb gezien. Johnny Depp was aardig. Toen ik voor hem exclusief een sauna had geregeld vroeg hij of ik met hem mee wilde. Ik heb vriendelijk bedankt. Het grappigste moment was toen er ter gelegenheid van de première van Casino Royale vier James Bonds in mijn restaurant zaten, ieder aan een ander tafeltje: Sean Connery, Roger Moore, Pierce Brosnan en Daniel Craig. Met die onderkoelde Engelse humor begroetten ze elkaar met ‘Morning Mr. Bond’, ’Morning Mr. Bond’, ‘Morning Mr. Bond’, ’Morning Mr. Bond’.’

Iedere nieuwe werkomgeving levert nieuwe inzichten op. Wat is de belangrijkste les die jij geleerd hebt?

‘Het juiste personeel vinden en aannemen. In een restaurantje in London viel mij eens een Pools meisje op dat daar in de bediening werkte. Ze straalde een natuurlijk gevoel voor gastvrijheid uit en zag wat er moest gebeuren. Ik heb haar uitgenodigd voor mij te komen werken. Zes jaar later was zij hoofd reserveringen bij de Gorden Ramsay Group. 
Training, coaching en duidelijke communicatie zijn ontzettend belangrijk. Als je goed bent voor je personeel zijn zij goed voor je gasten en voor jou als bedrijf. Verder moet je in dit vak voortdurend up-to-date blijven, nieuwe trends in de gaten houden en je bijscholen.’

Je bent pas 42 en hebt al een geweldige carrière achter de rug. Het lijkt alsof jouw levensverhaal één grote successtory is. Heb je ook tegenslagen gekend?

‘Zoals iedereen heb ook ik moeilijke periodes gekend. Op vrijdag 13 december 2013 kreeg ik een telefoontje van mijn moeder, zij bleek borstkanker te hebben. Ik had toen een zesdaagse, 90-urige werkweek. Mijn werkschema paste ik aan en ik vloog iedere vier weken een lang weekend op en neer vanuit Londen. We hadden dagelijks telefonisch contact, maar ik had toch het gevoel dat ik tekortschoot.

Na negen jaar samenwonen trouwde ik in 2015. Op de bruiloft stond mijn moeder er weer stralend bij. De toekomst leek zonnig. Al anderhalf jaar later werd mijn scheiding uitgesproken. Ik heb veel geduld gehad met zijn uit PTSS voortgekomen verslaving, maar de situatie werd onhoudbaar. 
In 2017 besloten mijn ouders in goed overleg uit elkaar te gaan. Dit kwam voor mij als een donderslag bij heldere hemel. Ik heb met allebei mijn ouders altijd een hele goede band gehad, dus dit zag ik niet aankomen. Ze zijn gelukkig met hun nieuwe levens en dat is ook wat waard.
In 2018 stond Brexit voor de deur en het leven in Londen werd harder. Op straat kreeg ik zelfs van wildvreemden die mij aan de telefoon Nederlands hoorden praten te horen dat ik maar terug moest naar mijn eigen land. Toen er geruchten gingen dat ik een Brits paspoort moest aanvragen om te kunnen blijven, besloot ik te vertrekken. Ik ben immers een trotse Nederlander. Uit een aantal opties koos ik uiteindelijk voor Amsterdam.
Ik hield werk en privé strikt gescheiden, maar op de lange termijn hou je het ‘parkeren’ van emotioneel ingrijpende gebeurtenissen in je persoonlijke leven niet vol. Met hulp van een coach ging ik daaraan werken. 
Ik schreef en schrijf nog steeds alles van mij af, soms uren aan een stuk. Heb stapels schriften in een mooie kist liggen. Over mijn scheiding bijvoorbeeld heb ik een lange brief geschreven, ben teruggegaan naar Londen en heb de brief daar in de Theems gegooid. Dat ‘ritueeltje’ gaf mij rust. 

Hoe ziet jouw zelfontwikkeling eruit?

‘Ik ben zeer gedisciplineerd. Iedere morgen van zes tot zeven volg ik de Miracle Morning routine: een vol uur bewust aan jezelf besteden. Bijvoorbeeld tien minuten schrijven, tien pagina’s lezen, een podcast luisteren, gezond ontbijten, een mindfulness-oefening.
Ook heb ik de cursus van ‘365 dagen succesvol’ gevolgd. Daarin moet je op zoek naar je droom en levensmissie. Wat wil je met je leven en niet alleen met het carrièredeel? 
Ik ben erachter gekomen dat ik twee grote passies heb: hospitality en opruimen. Ik lanceer daarom in juni mijn eigen bedrijf als opruimcoach: OrganiDes. Dat ga ik er een dag per week bij doen omdat ik graag met mensen werk, omdat ik het graag doe en omdat ik er goed in ben. Door mijn vele verhuizingen heb ik veel ervaring, alles heeft een thuis in mijn huis. Opruimen werkt rustgevend, bijna meditatief. In huizen van vriendinnen mocht ik mijn methodiek oefenen.’

Welke karaktereigenschappen zou je jezelf toeschrijven? 

‘Ik zou mezelf omschrijven als extravert, open, eerlijk en sociaal. Ik ben vrij direct maar wel fair.  Ik kan zelfverzekerd optreden en stoer overkomen, maar er zit een klein hartje in deze zakenvrouw. Verder ben ik energiek, heb ik iets van een workaholic en is het voor mij soms lastig mijn eigen grenzen te bepalen.’

Je oom Jacques Paulissen was in 1978 stadsprins en je vader was in 2001 adjudant bij prins Rolf Peters. Heb jij ook iets met ‘vastelaovundj’?

‘Nou en of! Ik wilde als kind al stadsprins worden. Niet prinses hè, prins! Van opa en oma Paulissen heb ik bij de Soos ‘vastelaovundj’ geleerd. Opa verkocht er met carnaval de consumptiebonnen. Ik zat er dan naast als Pipi Langkous en kreeg regelmatig wat fooi van bezoekers. Dat stopte ik dan in mijn sokken. Oma zat binnen met vriendinnen aan de zoete witte wijn. Ik keek er mijn ogen uit. In 2001 ben ik zes weken met het gevolg van prins Rolf meegetrokken. Ook nu nog probeer ik, als ik ook maar enigszins de kans krijg, iets van de ‘Wieerter vastelaovundj’ mee te pikken. Meestal met vriendinnengroep ‘De Pintenvrullie’.’

De Pintenvrullie zetten beste beentje voor.