8 april 2020 | Auteur: Mathilde Dominikowski
De scholen gingen dicht
Op 16 maart jl. besloot het kabinet dat tot alle scholen en kinderdagverblijven tot en met 6 april hun deuren moeten sluiten. Dit als een van de maatregelen om het Coronavirus in te dammen. Hoe moet dat nu? Kinderen moeten toch onderwijs krijgen? Onderwijskrachten moeten aan de slag om onderwijs op afstand te organiseren voor de kinderen die thuis zijn.
Yvonne Vaes is directeur van basisschool Het Dal in het gebouw van Markeent aan de St. Jozefslaan in Weert. Het is stil op de speelplaats, maar binnen ‘draaien de raderen’. Yvonne: “Ik ben trots op ons team. Met man/vrouw en macht zijn de taken verdeeld en is er gewerkt aan een scenario om onze leerlingen te blijven voorzien van het broodnodige materiaal. Goed nadenken hoe we deze situatie zo optimaal mogelijk kunnen doorkomen.”
Tablets en laptops
Die eerste dagen zijn er lespakketjes gemaakt voor alle leerlingen uit alle groepen. Ook rekening houdend met het feit dat thuis niet iedereen beschikt over een pc of internet. Op school werken we al met digitale lesprogramma’s. Dat kan nu vanuit huis als er een licentie voor is. Er wordt nu gewerkt aan de uitbreiding van gratis thuislicenties. In ‘gewone’ tijden wordt er al veel informatie gedeeld via het ouderportaal. Nu moet er extra op gelet worden dat ook echt iedereen wordt bereikt. Veel materiaal is ook vertaald in het Arabisch en Engels. “We hebben immers te maken met een veelheid aan nationaliteiten op onze school. Vaak zijn de kinderen ook tolk voor hun ouders, of snappen zij beter wat wij bedoelen. Ook dat gegeven vraagt om een speciale manier van benadering”, legt Yvonne uit. Er wordt veel gevisualiseerd en ingesproken zodat niet alleen het geschreven woord leidend is. Ze voegt nog toe dat ze heel blij is dat ze via de Minima Groep Weert tablets te leen hebben gekregen en dat Eduquaat laptops ter beschikking heeft gesteld zodat meer kinderen over digitaal lesmateriaal kunnen beschikken. Ook ouders kunnen op deze manier met hun vragen terecht bij de leerkrachten.
Heftige tijden voor kinderen
Voor Yvonne en haar team staat één opdracht centraal: de kennis die de kinderen op dit moment hebben, levend houden en zo veel als mogelijk proberen de bereikte niveaus vast te houden en uit te bouwen. “We moeten roeien met de riemen die we hebben. Alle teamleden zijn zeer creatief in het bedenken van manieren om hun leerlingen ‘bij de les’ te houden. Dat doen ze enerzijds met materiaal en middelen die voorhanden zijn maar ook met eigen ideeën. Er wordt ook veel maatwerk geleverd. Dingen die passen bij de ontwikkeling en de situatie van het individuele kind. Ik maak me dan ook, eerlijk gezegd, niet zo’n zorgen over de cognitieve ontwikkeling (het leren en denken) van de meeste leerlingen. Waar ik wel ongerust over ben is de sociale en emotionele kant van de zaak. Mensen die toch al vaak klein behuisd zijn, zitten nu wekenlang op elkaars lip. Op gezinnen met kwetsbare thuissituaties, wordt nu een extra wissel getrokken. Vooral voor kinderen die het contact met school, de juf, de meester en/ of vriendjes hard nodig hebben, is dit een hele heftige tijd. Ik hoop dan ook van harte dat snel weer alles ‘normaal’ is. Voor de kinderen maar ook voor ons team. Maar het allervurigste hoop ik dat iedereen gezond blijft en dat we niet met droevige situaties worden geconfronteerd.”
Anders van elkaar leren
Alle kinderen die nu niet naar school kunnen gaan, hebben een programma gekregen met een duidelijke dagindeling. Structuur en houvast zijn belangrijk. “Dat programma is geen strak keurslijf”, benadrukt Yvonne. “En het is echt niet alleen maar rekenen en taal en andere ‘saaie’ vakken. We geven ook teken- en knutselopdrachten. Groep 8 heeft online musicalaudities voor de afscheidsmusical. Natuurlijk is er ook feedback met de juf of de meester mogelijk. FaceTimen, beeldbellen … de mogelijkheden zijn onbegrensd. Noem dat maar de zegen van het digitale tijdperk. En laten we wel wezen, je moet elkaar letterlijk nu ook de ruimte geven. Als ouders samen iets doen met de kinderen, een spelletje spelen of samen naar filmpjes kijken op You Tube, kan heel leuk zijn. Maar ook van samen koekjes bakken of samen eten maken, leren kinderen. Het is mooi dat er weer meer ruimte is om op een andere manier met elkaar om te gaan.”