8 november 2019 | Auteur: Ton Adriaens
De Bieëlemanne van de Tram
Door: Ton Adriaens.
Al ruim vijf jaar bestieren de gebroeders Beelen het bekendste café van Weert. En met succes! Café Tramhalt is het stamcafé van veel Weerter verenigingen en kroegtijgers. Er wordt vergaderd en gefeest en wekelijks worden er vele kaarttafels bezet. ‘De Tram’ ademt de gemoedelijke gezelligheid en gastvrijheid van een bruin café. Geen harde beats uit geluidsboxen, geen gokkast, biljart, dartbord of flipperkast.
In deze mannenspecial praat ik met Peter (57) en Marcel (51) over hun jeugd, hun afzonderlijke leven en maatschappelijke carrière en hun gezamenlijke project: Café Tramhalt. Twee verschillende types met een hechte broederband. Hoe is het tot deze samenwerking gekomen? Wat is hun taakverdeling? Wat is het geheim van de goede kastelein en welke toekomstplannen hebben ze?
Jeugd en opvoeding
Het ‘Bieële-nest, jullie gezamenlijke roots? Marcel: “Wij zijn opgegroeid in de wijk Groenewoud. Onze ouders wonen daar nog steeds. Wij komen uit een gezin van vier kinderen met steeds drie jaar leeftijdsverschil. Peter is de oudste, dan komt onze Henri, dan ik en Silvia is de jongste.” Peter: “Silvia heeft vanaf haar geboorte een ernstige verstandelijke beperking en dat trok een behoorlijke wissel op het gezinsleven. Ons mam had naast het huishouden een dagtaak aan de verzorging van Silvia. Pap was altijd aan het werken en dus kregen wij allerlei taken toebedeeld: Boodschappen doen, afwassen, grasmaaien, dat soort dingen. Verder brachten wij veel tijd door op de boerderij van oma Steuten aan de Overweertstraat.
Toch hadden we een stabiele en onbezorgde jeugd. Wij vonden vrij gemakkelijk onze weg in deze, voor anderen, ongewone situatie. Je wist als kind niet beter, groeide er mee op, terwijl het voor onze ouders best moeilijk was. Je voelde als kind wel de pijn bij je ouders maar er werd niet over gesproken. Silvia heeft tot haar 20e thuis gewoond en verblijft sindsdien in Sint Anna (thans Daelzicht) in Heel.” Marcel: “Wij konden het vroeger al goed met elkaar vinden. Ik was wat rebelser dan ons Peter, die als oudste ook iets verstandiger was. Dat is nog steeds zo. Ik doe meer op gevoel en intuïtie terwijl Peter wat bedachtzamer is. We waren vaak samen bij oma Steuten. Het was trouwens de ontmoetingsplek van veel neven en nichten. Bij oma was altijd leven in de brouwerij.”
Opleiding en carrière / Peter
Peter: ”Ik kon behoorlijk goed leren, ging naar de Philips van Horne, maar zoals zoveel jongens op die leeftijd haalde ik er niet uit wat erin zat. Toen bleek dat ik alleen nog met een herexamen mijn havodiploma zou kunnen behalen, werd mijn vader behoorlijk kwaad. Ik kon meteen mijn bijbaantje opzeggen en achter de studieboeken kruipen.” Marcel: “Pap is altijd een harde werker in de bouw geweest, heeft tot zijn 77e gemetseld en was héél duidelijk in zijn regels en verwachtingen. Half zes eten was half zes eten. Was je te laat dan had je pech en vond je de befaamde hond in de pot. Om zes uur was hij weer weg; werken.” Peter: “Na de havo en de meao heb ik mijn militaire dienstplicht vervuld en kwam daarna bij het ABP in Heerlen terecht. Daar maakte ik behoorlijke carrièrestappen. In de avonduren studeerde ik management, economie en recht en behaalde mijn heaodiploma. Vanuit de sociale zekerheidspoot van het ABP ontstond het UVW. Voor dit Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen was ik als leidinggevende op meerdere locaties in het land werkzaam. In 2006 werd ik manager fraudebestrijding UWV-Eindhoven en gaf leiding aan een groot team van medewerkers. Het was een drukke en verantwoordelijke baan die steeds lastiger te combineren viel met de zorg voor mijn vrouw.”
Een onafwendbaar noodlot
“In 1989 trouwde ik met mijn jeugdliefde Anita. We zijn toen in Kerkrade gaan wonen, waar ik overigens zelf al sinds oktober 1985 woonachtig was. Pas in 1993 keerden we terug naar Weert.
Rond de eeuwwisseling werden de eerste signalen zichtbaar dat er iets mis was met Anita. Er volgden gesprekken bij huisarts en psychiater. Aanvankelijk werd nog gedacht dat een onvervulde kinderwens een rol speelde. Dat was niet het geval en neurologische onderzoeken leidden tot de diagnose ‘jongeren dementie’. Dat was een enorme klap voor ons. Jongeren dementie is een onomkeerbaar geleidelijk proces van afbraak van hersenfuncties.
Van het UWV was ik intussen overgestapt naar het kleinere team Bijstandsfraude van de gemeente Eindhoven. Dat ging prima tot het moment dat ik met een nieuwe directeur geconfronteerd werd. Vanaf dag één ontstonden er conflicten met deze man. Hij negeerde ook stelselmatig de afspraken die gemaakt waren om mij de gelegenheid te bieden op tijd thuis te zijn voor Anita. Zij zat destijds in dagbehandeling in verpleeghuis De Landrijt in Eindhoven, een kenniscentrum op het gebied van jong dementerenden. Het arbeidsconflict met mijn directeur leidde in 2011 tot beëindiging van mijn dienstverband. Ik zat zonder werk thuis en de situatie rondom Anita verslechterde. Dat bracht me aan de rand van een burn-out. Ik heb toen in heel wat eenzame uurtjes mijn verdriet uitgehuild. In 2012 heb ik de moeilijke beslissing moeten nemen Anita definitief bij De Landrijt onder te brengen. Daar ga ik haar nu minimaal twee keer per week bezoeken.”
Marcel, hoe heb jij die moeilijke periode van je broer ervaren? M.: “Ik heb er niet zoveel van meegekregen. Peter is een binnenvetter. Dat zit er bij ons allebei wel in. ‘Rug recht, schouders eronder en je eigen problemen oplossen’ is wat wij in onze opvoeding hebben meegekregen. Ik wist wel dat er iets gaande was en dat Peter het moeilijk had maar er met hem over praten deed ik niet. Dan zou het initiatief van hem moeten komen. Bij ‘die van Bieële’ zit er al snel iets in van ‘Waar bemoei jij je mee?’ Terwijl ik mijn zorgen over hem wel met mijn vrouw Chantal besprak.”
P.: “Met mijn moeder besprak ik wel het een en ander maar met mijn vader ging dat moeilijker. Pap klapt in dit soort situaties dicht. Bij hem is dan bijna geen ruimte voor het tonen van emotie.”
M: “Dat zit niet in zijn aard. Ik kan me ook niet herinneren dat ik ooit een compliment of een aai over mijn bol heb gekregen. Let wel, wij zijn super blij met onze ouders. Pap was en is best wel trots op wat wij bereikt hebben maar dat openlijk uiten, kan hij niet. Van die houding heb ik toch wel wat meegekregen.”
Peter, sta jij jezelf toe om een nieuwe relatie aan te gaan? “Inmiddels wel. Maar ik ga er niet actief naar op zoek. Als het gebeurt, gebeurt het. In De Landrijt zitten veel patiënten waarvan de echtgenoot of echtgenote een nieuwe partner heeft. Ik heb er niet zo’n moeite mee dat ik thuiskom in een leeg huis. Mijn sociale leven speelt zich grotendeels hier in het café af. Ik krijg ook veel steun van mijn buren Sonja (zus van Anita) en John waar ik regelmatig aan tafel mag aanschuiven. Of Chantal maakt wat lekkers voor mij klaar. Ook wil ik benadrukken dat ik veel steun heb ondervonden van de familie van Anita, waarvoor het natuurlijk
ook – met name voor mijn schoonmoeder – een hele trieste situatie is. Door de werkzaamheden hier in het café lukt het niet altijd maar ik probeer toch steeds de verjaardagsfeestjes van zowel mijn familie als de familie van Anita te bezoeken.”
Opleiding en carrière / Marcel
M.: “Mijn loopbaan verliep heel anders. Na de LTS heb ik twee jaar als schilder gewerkt bij Vlassak in Budel. Toen moest ik in militaire dienst. Daar heb ik mijn vrachtwagenrijbewijs gehaald en na mijn diensttijd ging ik aan de slag bij Thijs Expeditie. Ik was gesteld op mijn vrijheid, ging
graag op stap, dreigde een eeuwige vrijgezel te worden maar zat daar totaal niet mee. Op mijn 22e ging ik op mezelf wonen en bleef tot mijn 38e vrijgezel. Ik sprong graag bij als er in de kantine op Boshoven of ergens in een kroeg extra handjes nodig waren en deed zo horeca-ervaring op. Toch was ik rond mijn 32e wel een beetje klaar met het leventje hier in Weert. Ik besloot het avontuur op te zoeken en naar Nieuw-Zeeland te gaan. Het vliegticket had ik al besteld toen ik gevraagd werd café De Harmonie over te nemen. Na enige bedenktijd heb ik de NieuwZeeland-plannen aan de kant geschoven en me in het Harmonie-avontuur gestort. Voor het financieringsvraagstuk kwam ik al snel bij mijn broer Peter terecht. Ik verkocht mijn flatje en pa Beelen knapte de woning boven De Harmonie op. Het liep als een tierelier maar na acht jaar keihard werken wilde ik weer wat anders. Ik had intussen Chantal ontmoet en woonde met haar samen. Twee weken na de overdracht van café De Harmonie werd onze dochter Anne geboren. Ik ben toen vier maanden thuisgebleven en vervolgens weer aan de slag gegaan bij Thijs Expeditie, nu als hoofd klantenservice.”
Jij gaf aan dat jullie al snel iets hebben van ‘Waar bemoei jij je mee?’ Jij gaat niet gauw met de billen bloot? “Nee inderdaad. Ik hou er niet van als mensen te dicht bij me komen. Dat praten over persoonlijke zaken zit er bij ons in de familie niet zo in.
Samen verder
Waardoor komen twee levenslijnen bij elkaar en nemen jullie het bekendste bruin café van Weert over? M.: “Ergens medio 2013 kreeg ik een telefoontje van Rob Koudijs of ik café Tramhalt wilde overnemen. Hij trad op als tussenpersoon voor de eigenaar van het pand, de heer Winters uit Maarheeze. Aanvankelijk trok het mij niet echt aan. Enige tijd later nam Winters zelf contact met mij op. Hij had zich heel goed voorbereid en wist bijna alles over mij, zowel privé als zakelijk. Dat streelde mijn eergevoel en ik vroeg Peter om samen de financiële onderhandelingen aan te gaan. Dat liep vrij aardig maar zeven dagen in de week open was voor mij alleen te veel. Ik moest op zoek naar een partner. Totaal onverwacht stelde Peter toen voor om dit avontuur samen met hem aan te gaan. Hij werkte toen bij Bonten Financieel Advies, had totaal geen horeca-ervaring. We kwamen een duidelijke taakverdeling overeen: Ik ging alles doen op uitvoerend horecagebied (inkoop, werkplanning personeel e.d.) en Peter alle financiële en belastingtechnische zaken. Die strikte scheiding en het volle vertrouwen in elkaar werkt tot op de dag van vandaag. Wij vullen elkaar goed aan en het geeft mij rust dat de financiële zaken in deskundige handen zijn. Ik heb Peter wel voor de leeuwen moeten gooien als barkeeper maar dat gaat hem intussen goed af. Verder is sinds medio 2015 het woongedeelte boven het café getransformeerd in een B&B genaamd Halte46, die door mijn vrouw Chantal wordt gerund.”
Wat is het geheim van de goede kastelein?
P: “Gastvrijheid en goed gastheerschap, maar ook ‘horen, zien en zwijgen’. Klanten moeten zich thuis voelen en zich gekend voelen. Klanten komen vaak met voorstellen voor activiteiten en wij faciliteren die dan.”
M.: “Heel belangrijk is ook goed personeel en zelf aanwezig zijn. Hier tref je als klant altijd een bekend gezicht aan achter de bar. Of ik ben hier of Peter en als wij allebei niet kunnen dan staan hier Rob en Mientje Koudijs of Karin van Nieuwenhoven. Bekende gezichten voor onze klanten omdat ze eerder dit café exploiteerden. Wij kennen onze vaste klanten bij naam en weten van iedere groep die hier komt kaarten of vergaderen exact hoe ze de tafels willen hebben staan en hoe ze willen afrekenen.”
Carnaval
Het carnavalsseizoen staat weer voor de deur. Jullie zijn alle twee stadsprins van De Rogstaekers geweest.
Waarom viel de keuze tot twee keer toe op een van de Bieëlemanne? P.: “Ja, wie zal het zeggen? ‘Vastelaovundj’ hebben wij alle twee van ons pap meegekregen. Hij was vroeger nauw betrokken bij het carnaval op Groenewoud en is zelf Landhieër vanne Schäöpkes geweest. Toen ik gevraagd werd om stadsprins te worden was ik een actief lid van VV De Flòdder-bôkse. Een vriendengroep waar ik ook voorzitter van ben geweest. Dat zal zeker een rol hebben gespeeld.” M.” Toen ik in 2011 gevraagd werd had ik een druk leven als kroegbaas van De Harmonie achter de rug. Daar hingen ze met carnaval ‘met de bein boête’. Bovendien was ik jaren lid geweest van VV De Sousklöppels. Ook mijn ‘werkzaamheden’ als roadie van feestband Harry & de Gebroeëke Zwiêgelkes waren in het ‘vastelaovundjwèrreltje’ niet onopgemerkt gebleven. Ik mocht overigens niet aan de instrumenten komen, mocht alleen bier brengen.”
Toekomstplannen
Hoe lang zijn jullie nog de uitbaters van café Tramhalt? P.: “We hebben destijds gezegd ‘We doen dit een jaar of tien en kijken dan hoe de vlag erbij hangt. Gezien mijn leeftijd is dit het laatste wat ik doe in mijn werkzame leven.” M.: “Als Peter stopt, stop ik ook. Het is ‘samen uit, samen thuis’. Ik ben zes jaar jonger dus ik zal dan toch weer wat anders moeten gaan ondernemen, maar dat zien we dan wel weer. Voorlopig bevalt het ons hier prima.” P.: “Het is met enige regelmaat hard werken maar ik vind het geweldig, voel me hier als een vis in het water. Dus het kan best zijn dat we er nog wat jaartjes aan vastplakken.