Citotoetsen?

Het begint al in groep 3 van de basisschool: toetsen die dienen als ‘verwachtingsmanagement’ richting ouders of de onderwijsinspectie. Scholen zijn verplicht om een leerlingvolgsysteem (LVS) te gebruiken en een eindtoets af te nemen. Dit ook om toezicht door de Inspectie van het Onderwijs mogelijk te maken.

De eindtoets laat zien in welke mate leerlingen de referentieniveaus voor Nederlandse taal en rekenen beheersen. Ook geeft de eindtoets een indruk welk type vervolgonderwijs een leerling aankan. De school kan dit zgn. toetsadvies naast het schooladvies leggen. Als het toetsadvies hoger is dan het schooladvies, moet de school het schooladvies heroverwegen en eventueel bijstellen.   

Vanaf schooljaar 2023-2024 maken alle leerlingen uit groep 8 een Cito-doorstroomtoets in plaats van een eindtoets. De afnameperiode van deze toets is anders: februari in plaats van april. Deze nieuwe doorstroomtoets sluit aan op het LVS en geeft een objectief beeld van waar het kind staat op het gebied van taal en rekenen. In maart kunnen leerlingen zich dan aanmelden bij een middelbare school. Is dit oude wijn in nieuwe zakken?

Uit onderzoek van orthopedagoog Niek Frans van de Rijksuniversiteit Groningen blijkt dat toetsen die worden gemaakt op jonge leeftijd weinig zeggen over de latere ontwikkeling.

Staat de Nederlandse toetscultuur, waarin de nadruk op rekenen en taal ligt, een brede ontwikkeling van kinderen en daarmee hun gelijke kansen, in de weg zoals Karen Heij (universiteit van Tilburg) in haar proefschrift beweert? “Een leerkracht kan nog zo zijn best doen om naar de talenten van een kind in brede zin te kijken, maar dat werkt niet meer in een systeem dat zo afhankelijk is geworden van de scores op rekenen en taal.”

Milan van Erp-Korsten

Milan van Erp-Korsten (29), leerkracht groep 7/8, namens Brede school Moesel

Als leerkracht wil je dat het onderwijs zo goed mogelijk aansluit bij de kinderen in jouw klas. Op Brede school Moesel worden de analyses van de (cito) toetsen gebruikt om ons onderwijs beter aan te laten sluiten. Hierin staat voorop dat kinderen goed in hun vel zitten en met plezier naar school komen. Dat bereik je niet met goed reken- of taalonderwijs maar met ieder kind als individu te zien. Hoge verwachtingen stellen is goed om kinderen eerlijke kansen en ruimte te geven om te groeien op alle gebieden. 

Als leerkracht van groep 8 ben ik een onderdeel van het uitstroomprofiel van deze kinderen. Als school spreken we dan ook geregeld uit dat de loopbaan die kinderen af gaan leggen nog lang is. Het schooladvies is passend bij het individu van nu, dit zegt niets over prestaties over een paar jaar. Een schooladvies is meer dan alleen de reken- en taalcijfertjes. Hier wordt het complete plaatje in meegenomen. Ik ben van mening dat wij met onze expertise een goede inschatting kunnen maken waar een kind een goede start kan maken op basis van zijn persoonlijkheid, talent én cognitieve vaardigheden. Een eindtoets geeft ons daarbij alleen maar bevestiging dat we op het juiste spoor zitten m.b.t de cognitieve vaardigheden.

Rob Gerits

Rob Gerits (73), gepensioneerd onderwijskundige

Ouders willen het liefst dat hun kind zich optimaal ontwikkelt. In het consultatiebureau wordt deze ontwikkeling al nauwgezet gevolgd. Op de basisschool zal een leerkracht ook zo’n goed mogelijk beeld van die ontwikkeling willen hebben. Het leerlingvolgsysteem helpt om inzicht te verkrijgen in die “groeicurve”. Doe je dat langdurig en systematisch, dan ontstaat een helder inzicht in de talenten van de leerling en de wijze waarop het kind het beste kan worden geholpen als de ontwikkeling stagneert. Het leerlingvolgsysteem is dus in eerste instantie een hulpmiddel voor de leraar om zijn werk goed te doen.

Het is jammer dat in de beeldvorming het Cito-leerlingvolgsysteem vooral een selectiemechanisme is dat gebruikt wordt om een kind naar een juiste vorm van voortgezet onderwijs te kunnen verwijzen. Er wordt sterk ingezet op het maken van een goede toets. Ouders schakelen huiswerkbegeleiding in, schaffen software aan om thuis eindeloos te kunnen oefenen, alles voor een hoge score op de toets. In die zin is het leerlingvolgsysteem dus contraproductief als je naar de (evenwichtige) ontwikkeling van kinderen kijkt. Het Cito-leerlingvolgsysteem is zeer positief als het gezien wordt als instrument dat de leraar in staat stelt om kinderen gericht te ondersteunen.

Conclusie: Ja, graag werken met dit cito-instrument maar dan zoals het moet, gehanteerd door een competente leraar die zijn/haar vak verstaat.

Stéphanie Leenders-Stals

Stéphanie Leenders-Stals (38), kinderpsychotherapeut en i.o. tot babypsychotherapeut, bij Oog Psychologen in Eindhoven

Ik zie, ik zie wat jij niet ziet en het is… een uniek kind. Aansluitend bij het hierboven genoemde proefschrift vrees ook ik dat het kinderen niet altijd ten goede komt om het functioneren op school hoofdzakelijk in toetsen en scores proberen te vangen.

Als psychotherapeut heb ik het privilege om te kunnen kijken naar het individuele kind in diens

context, in plaats van een klas vol te moeten managen. De nadruk in mijn werk ligt op het emotioneel welzijn, met zelfbeeld als belangrijke factor. Schools functioneren speelt hierin een grote rol. Daarbij gaat het om meer dan rekenen en taal. In het kader van talenten zien en benutten, zou ik liever kijken naar Meervoudige Intelligentie, al dan niet als aanvulling op Cito. De bijbehorende MIDAS vragenlijst helpt verhelderen hoe er bij een kind aangesloten kan worden in de (onderwijs-)behoeften zodat het kind succeservaringen kan opdoen en een positief zelfbeeld kan ontwikkelen.

Dat is ook de informatie die wij in ons werk vooral uit intelligentietesten proberen te halen. Niet zozeer ‘het IQ-cijfertje’ maar vooral: hoe leert een kind, waar liggen krachten en uitdagingen, en hoe kan dit kind ondersteund worden in diens ontwikkeling? Als kinderen zich echt gezien voelen, bevordert dat motivatie, leervermogen en emotioneel welzijn.