29 september 2023 | Auteur: Ton Adriaens
Busreis
Bent u tijdens een vakantiereis ook zo’n fervente observant van onbekende reisgenoten? Ik in ieder geval wel. De psyche van de mens is ondoorgrondelijk en de variëteit in karakter, uiterlijk en (on-)hebbelijkheden onbegrensd. Van de zomer maakten M. en ik per bus een rondreis door Noorwegen. Omdat we de echte namen van onze medereizigers niet kenden, gebruikten we voor de meest opvallende figuren al snel bijnamen. Een kleine greep uit dit bonte gezelschap:
Marco de buschauffeur-reisleider was een tenenkrommende grapjas. Hij stelde zich meer dan uitgebreid voor waarbij zijn hele carrière, zijn echtscheiding, zijn hobby’s en zijn voorliefde voor Nederlandstalige smartlappen de revue passeerden. Iedere sanitaire stop kondigde hij aan met het lied ‘Koffie, koffie lekker bakkie koffie’ van Rita Corita. Marco kwam uit “Zal ik ‘m maken? Ja ik ga ‘m maken … uit een plaats met 14 lettergrepen: Hengelooo-ooo-ooooo!”
De ‘Golden Girls’ waren twee met blingbling-armbanden, ringen, halskettingen en oorbellen behangen, rijk geplamuurde en roze lippenstift dragende bekakte dames op leeftijd die het niet schuwden elkaar een vileine sneer te geven. De een heette Ineke en de ander noemden wij voor het gemak Tineke. Toen Ineke Tineke had buitengesloten omdat Ineke op het hotelbalkon stond te roken en niet hoorde dat Tineke aan de deur stond deed Tineke een dag later de details venijnig uit de doeken:
“Ik heb geklopt, gebeld maar ze deed niet open! Dan denk je toch … nou ja.”
“Waar ik ook al meermaals mijn excuses voor heb gemaakt! Ik zag pas daarna dat je twee keer gebeld had.”
“Vier keer!”
“Vier keer, whatever, excusez moi.”
Naast mij aan de andere kant van het gangpad zat ‘De Turver’. Met pen en papier hield hij nauwgezet bij door hoeveel tunnels wij reden. Toen ik hem in slaap zag dommelen kon ik de verleiding niet weerstaan tegen M. het woord TUNNEL iets harder uit te spreken. ‘De Turver’ schoot wakker, greep naar zijn papieren, liet zijn pen vallen en kroop even later wanhopig zoekend naar zijn pen, op zijn knieën door het gangpad. M. keek mij verwijtend aan. Ik sloot mijn ogen.
Maar de leukste was een droogkloterige kippenboer uit Brabant. Zijn opmerkingen ventileerde hij op lijzige toon en zonder ook maar een spier te vertrekken. Dat maakte het extra hilarisch. Zijn vrouw hing voortdurend met haar fototoestel tegen het raam gedrukt. Toen we in het ruim van een veerboot de bus instapten en er niets te zien was dan een donkere scheepswand hoorde ik hem zeggen: ”Ga de gij mar aan ut raemke zitte want d’r valt hier weer veul te knippe.” Een volgende keer schamperde hij: “Nou moe-de knippe! Ge zit d’n hele tijd te knippe en as det-de moet knippe, knip-de nie.”
Noorwegen is een adembenemend mooi land.
Je moet er natuurlijk wel oog voor hebben.
Reacties? Mail de redacteur, Ton Adriaens, mensendingenweert@gmail.com