25 november 2023 | Auteur: Ton Adriaens
Breinwaas
Op zondag 13 mei 2014 ging ik met 175 km per uur in een ambulance naar Eindhoven. Kransslagader dicht, hartinfarct. Vanaf de terugreis naar het St. Jans Gasthuis ging alles heel traag, vooral het denken. Door medicijnen? Vermoeidheid? Er hing een waas over mijn brein. 14 mei stond voor mij een afspraak gepland bij chirurg Van E. op verdenking van een liesbreuk. Van de verpleging begreep ik dat Van E. mij ‘op zaal’ zou bezoeken.
Ruim negen jaar later vind ik de aantekeningen terug die ik destijds in mijn ziekenhuisbed maakte. Een wonderlijke, absurde registratie. Hoe raar kan je brein functioneren:
– ‘Ik hoor hem aankomen’ zegt een kamergenoot, ‘… hij heeft slangenleren cowboylaarzen aan!’
– ‘Meneer Adriaens!’
Ik open mijn ogen en daar staat hij, twee meter groot, krullend haar, bril, een loensend oog, holsterriem met twee pistolen: een outlaw.
-‘Ik kom uw liesbreuk inspecteren.’
Ik herken in hem de Amerikaanse acteur Jack Elam en hoor de onheilspellende muziek van Ennio Morricone uit de openingsscène van Once Upon a Time in the West. De trein des doods nadert. Jack moet afrekenen met de harmonicaman. Of is het niet Jack maar de Engelse komiek Marty Feldman? Nee, het is Jack en hij heeft twee Russische matroesjka’s bij zich, beiden een meter vijftig hoog, de handen vastgeplakt in de veel te grote witte doktersjassen. Ik schat ze vijftien-zestien jaar oud. In één soepele beweging zwiert Jack een voile om mijn hemelbed. Geluidloos schuiven de twee witte poppetjes, voetje voor voetje, rechts van mij mijn haremtent binnen. Links Jack en aan mijn voeteneind de zaalzuster. Haar gezicht is compleet van mijn netvlies verdwenen.
– ‘Doe de onderbroek maar naar beneden.’
De twee matroesjka’s staren met een gezonde blos op de wangen naar mijn piemel en mijn rode jodiumbroekje. Cowboy Elam gebiedt mij op mijn arm te blazen terwijl hij mijn onderbuik betast. Een truc die strenge consultatiebureauzusters vroeger ook uithaalden om snel en onverwacht naar mijn pieleman te kijken. Althans, zo interpreteerde ik dat.
Van E. nodigt zijn assistentes uit mij ook even te bepotelen. Met de onbewogen gestilleerdheid van Japanse geisha’s gaan hun fingerspitzen op zoek naar breukjes. Jack begint te praten, ik zie zijn lippen bewegen en een oog hardnekkig afdwalen.
Ik krijg slechts flarden mee:
– ‘Dubbele liesbreuk … sowieso nu geen operatie … twee bloedverdunners …
Hoe vind je mijn handneukertjes?
… beklemming … dan toch snijden … liesbreukband.’
Zouden de matroesjka-poppen ook nog iets willen zeggen of zou ik ze dan eerst met die grote sleutels in hun ruggetjes op moeten draaien?
– ‘Dus over een jaar wil ik u met alle plezier opereren’.
De hemelpoort opent zich weer en Jack Elam – Van E. stapt naar buiten, de pruimtabak achteloos in het fonteintje naast de deur spugend.
Een karavaan van ovaalvormige witte nonnetjes volgt hem.
De mysterieuze Charles Bronson bespeelt echter weer zijn mondharmonica.
Nog enkele tellen en Jack zal het leven laten, hier in de gang van het St. Jans Gasthuis.
Ton