Brandweerkazerne Weert: stoer en robuust van buiten, open en transparant van binnen.

Er was eens…
Een stoere brandweerman die, bevuild en bezweet, een jonge dame redde van een gewisse vuurdood. De helm schuin op het hoofd, de jas half open, de handen zwart van het roet. Zij leefden nog lang en gelukkig. Tuurlijk, want zo gaat dat. De brandweer is er voor het redden van mens en dier in nood. Dat klopt dus. Voor het overige is het een tamelijk geromantiseerd verhaal, wat overigens niet wil zeggen dat de heden ten dage geredde persoon niet zou kunnen vallen voor de charmes van de brandweerman of –vrouw. Maar daar gaat het in deze rubriek in deze Mannenspecial niet over. Deze rubriek verhaalt over het gebouw waar een stoer wagenpark is gestald, waar de brandweerpakken aan het haakje hangen en de cilinders gevuld zijn met verse lucht, gereed voor een volgende uitruk. ‘Stoere brandweerman’ Dennis Stultiens (40), postcommandant en specialist vakbekwaamheid, leidt me rond in het gebouw.

Brandweer en bedrijf
Denkend aan een brandweerkazerne stel je je er eigenlijk niet veel meer bij voor dan een garage met hulpvoertuigen en brandweerpakken. Dit beeld is volledig achterhaald. De huidige Weerter brandweerkazerne is districtskantoor én uitvalsbasis tegelijk. Ofwel, een volwaardig bedrijf met zo’n 15 vaste medewerkers en 45 vrijwilligers. Er is gekozen voor een kantoortuin, met door glazen wanden gescheiden spreekruimtes. Dennis: “Hier vind je de organisatieonderdelen risicobeheersing, administratie, opleiding/oefening en materieel. Beneden staat het wagenpark – inclusief een oude Ford brandweerwagen uit 1932 – en vind je de kleedkamers, waskamer en de werkruimte voor materieel en onderhoud.”

De brandweerman moet fit zijn
Ieder brandweerlid heeft elke derde week dienst. Dat betekent dat er in die weken niet gesport kan worden bij de eigen club. Daar heeft brandweer Weert wat op gevonden: een fitnessruimte met een variatie aan cardiotoestellen. “Toen de kazerne werd opgeleverd in 2011, waren er in de omgeving nog weinig andere sportscholen. Om binnen de tijdslimiet van vier minuten op de kazerne te kunnen zijn, biedt de interne sportruimte een uitkomst. Hoewel er inmiddels enkele sportscholen in de buurt zijn gekomen, wordt er toch nog veel gebruikgemaakt van onze sportruimte.”


Van natte slangen naar techniek
Op de plek van de huidige kazerne, aan de De Savornin Lohmanstraat 8, stond ook de oude brandweerkazerne. Sirenes klinken hier al ruim 40 jaar. Het nieuwe gebouw dateert uit 2011 en is voorzien van gevelbeplating van gietijzer. In het staal zijn opliggend, terugliggend of geperforeerd gestyleerde vlammen verwerkt. Dit biedt bewust een stoer en robuust aanzicht. Een markant onderdeel van het gebouw is de slangentoren. “Vroeger diende een slangentoren voor het ophangen en drogen van natte brandslangen. In deze toren is plaats voor technische installaties.”

Evaluatie
Je bent ‘bij’ de brandweer. Ofwel, de brandweer is ook gewoon een vereniging met een eigen kantine. Wekelijks wordt op de woensdagavond geoefend en komen de leden bij elkaar in de kantine, om de oefening te evalueren en bij te kletsen. De ploeg die dienst heeft drinkt een frisje, de anderen een biertje of zo. Bij de inrichting van de kantine is bewust rekening gehouden met de aanwezigheid van enkele oud-leden die steevast een potje komen kaarten op de woensdagavond. Dit getuigt van een sterke onderlinge verbondenheid en betrokkenheid bij de club.

Van zwart naar beige
De donkere pakken zijn verruild voor beige pakken. Hierop is het vuil beter zichtbaar. “Arbeidshygiëne is een steeds belangrijker onderwerp. De gezondheid van de leden staat voorop. Daarom gaan na iedere uitruk waarbij een brandweerman in de rook heeft gestaan, de pakken de wasmachine in.” Niet iedere uitruk is even spectaculair. “Van de 600 meldingen per jaar is het gros een oproep voor hulp- en dienstverlening, onder andere bij mensen thuis. Doordat mensen steeds langer thuis moeten blijven wonen, komen we soms zeer schrijnende situaties tegen. Branden blussen komt ook nog voor, maar minder dan vroeger.”

Oefenen en uitrukken
Van zwart naar beige De donkere pakken zijn verruild voor beige pakken. Hierop is het vuil beter zichtbaar. “Arbeidshygiëne is een steeds belangrijker onderwerp. De gezondheid van de leden staat voorop. Daarom gaan na iedere uitruk waarbij een brandweerman in de rook heeft gestaan, de pakken de wasmachine in.” Niet iedere uitruk is even spectaculair. “Van de 600 meldingen per jaar is het gros een oproep voor hulp- en dienstverlening, onder andere bij mensen thuis. Doordat mensen steeds langer thuis moeten blijven wonen, komen we soms zeer schrijnende situaties tegen. Branden blussen komt ook nog voor, maar minder dan vroeger.”