‘Boore de Klapmars’

Heb je ze al gehoord in de stad? Anders beslist dit weekend: De muziekkapellen natuurlijk met welluidende namen als ‘Um te Bäöke’, ‘Gootgemootj’, ‘Hermeni-j Vannix’ of ‘Hermeni-j de Kompeni-j’. Vastelaovendj zonder muziek, dat is immers ondenkbaar.

Naast de muziek van de beide stadsharmonieën was er vroeger in de stad maar één kapel: de in 1945 opgerichte ‘Boorehermeni-j’. ‘De Boore’ trokken met het prinselijk gezelschap naar alle bals en zij luisterden bijvoorbeeld de Boonte Aovendje op. ‘Boore de klapmars’ was jarenlang een bekende kreet.

Op de foto zien we de Boorehermeni-j in de wichteroptocht van 1967. Ze begeleiden hier Prins Jan IV Mertens. We zien v.l.n.r.: Dré Linskens met de dikke trom, Mies Kampers (Mies van Kerneel), Mart Coolen, Jan Söntjens, Jan Koppen, André Geenen, Pierre Verhappen en klarinettist Mart Coumans. Quizvraag: wie is toch dat prachtig verklede jongetje dat als tamboer-maitre optreedt?

Zelfs over de landsgrens was de Boorehermeni-j populair. Tot in het Waalse Remouchamps aan toe. Klarinettist Mart Coumans kan er prachtige verhalen over vertellen. Na afloop van optredens waren ‘de Boore’ vaker te gast bij slagwerker Dré Linskens. Dré, bijgenaamd ‘de Peddemoeëk’, woonde in een mooi huis met dezelfde naam vlak bij de Diesterbaan en de IJzeren Man. 

Naast mede-eigenaar van drukkerij de Piependje Pörs was Dré Linskens ook paardenliefhebber. Na afloop van een succesvol optreden van ‘de Boore’ wedde Dré voor een knaak met zijn zoon Dré junior, dat deze hun paard Tanja niet naar binnen durfde te halen. Dat liet Dréetje zich geen twee keer zeggen. Tot hilariteit van de Boore stapte Tanja het woonhuis binnen. Maar terug achteruit, dat weigerde Tanja. Er zat niets anders op dan met Tanja een rondje door ‘de gooj kamer’ te lopen.Het dure porseleinen serviesgoed rammelde in de kamerkast.

Het was een tafereel ‘Um te Bäöke’.