Bart van Schendel in Voss, Noorwegen: ‘Hier kennen we nog echte seizoenen’

Nana Jongen en Bart van Schendel ontmoetten elkaar in de vijfde klas van het VWO op de Philips van Horne. Na reizen over de hele wereld van Amerika tot Nieuw-Zeeland besloten ze hun koophuis in Tilburg te verruilen voor een nieuw leven in Scandinavië. Samen met hun dochter Carmen vertrokken ze naar Voss, ook wel de ‘adrenalinehoofdstad’ van Noorwegen genoemd. Ze zouden twee jaar wegblijven maar kwamen niet meer terug naar Nederland. Het leven in Noorwegen is te mooi.

Ruim 11.000 km van elkaar

Zijn broer Pim van Schendel stond oktober vorig jaar in deze rubriek van Weert Magazine. Pim woont al twintig jaar in Manado, Indonesië. Pim tipte ons dat zijn broer Bart (50) ook in het buitenland woont en wellicht ook ‘geschikt’ was voor de rubriek Weg van Hier. Zogezegd zo gedaan. Bart nam graag de tijd om ons te vertellen over zijn keuze om in Noorwegen te gaan wonen. “Voordat we kinderen kregen hebben Nana (49) en ik veel rondgereisd en veel gezien van de wereld. We hebben ons altijd afgevraagd of we in het buitenland wilden en konden wonen. Nadat we ongeveer acht jaar gewerkt hadden na onze studies waren we toe aan een nieuwe uitdaging. We zijn toen serieus op zoek gegaan naar de mogelijkheid om een tijdje in het buitenland te wonen en werken. Noorwegen bleek de beste optie.”

Veilige plek in Weert

Bart woonde samen met zijn ouders, broer Pim en zus Aagje op de Schuttebeemd in de wijk Groenewoud. Bart: “Weert was voor mij een fijne en veilige plaats om op te groeien. We hadden veel vrijheid en veel mocht en kon. Hoewel school niet mijn favoriete bezigheid was, heb ik een hele fijne tijd gehad op de John F. Kennedy-school en daarna op de Philips van Horne. Op jonge leeftijd ben ik met handballen begonnen en heb dan ook goede herinneringen aan handbalvereniging Rapiditas. Na mijn middelbare school ging ik naar Tilburg voor de nieuwe Hbo-opleiding Speco (sport & economie); dat leek me wel wat. Hier had ik vier leuke en goede studiejaren. Na mijn examen kreeg ik mijn eerste officiële baan als verkoper binnendienst bij Homeij Oisterwijk (importeur Staalwaren en Instrumenten, onder andere Victorinox zakmessen en Silva kompassen). Ik was verantwoordelijk voor verkoop aan buitensportzaken en werkte mee aan het organiseren van beurzen.”

Van verkoper naar onderwijzer

In april 2003 vertrokken Bart en Nana samen met hun dochter Carmen naar Noorwegen. Nana kon een baan krijgen als anesthesie-verpleegkundige in het ziekenhuis van Voss. Samen spraken ze af dat ze het voor een periode van twee jaar zouden gaan proberen. Bij terugkomst zou Carmen vier jaar zijn en kon ze starten op de Nederlandse basisschool. Hun huis in Tilburg werd voor de periode van twee jaar onderverhuurd zodat ze bij terugkomst hun leven in hun eigen huis konden voortzetten. Het ziekenhuis van Voss had een huis geregeld voor het jonge gezin. Ze spreken af dat als één van hen het niet naar zijn had dat ze dan teruggingen naar Nederland. Bart: “Nana ging direct aan het werk in het ziekenhuis. Het werktempo lag in die tijd een stuk lager en ze kreeg alle tijd om de taal en het ziekenhuis te leren kennen. Ik had in die tijd nog geen werk en was thuis met Carmen die toen tweeëneenhalf was. Zij kon pas in augustus naar de barnehage (kleuterschool) en toen ben ik naar Noorse les gegaan. Het eerste jaar was spannend en leuk met allemaal nieuwe ervaringen voor ons alle drie.” Het leven in Noorwegen bevalt zo goed dat ze ervan uitgaan om langer dan de geplande twee jaar te blijven. Naast de lessen Noors volgt Bart een cursus ‘guiding’ en werkt als gids rond Voss. Er komen nog twee Nederlandse gezinnen wonen in Voss en de kinderen daarvan hebben hulp nodig vanwege de taal. Bart solliciteert als morsmålslærar (leraar voor de moerstaal) en werkt vervolgens enkele jaren op verschillende scholen. Op deze manier maakt hij kennis met het Noorse schoolsysteem en de verschillende scholen in Voss. Na twee jaar solliciteert hij als kinderbegeleider op een nieuw op te starten barnehage. Bart: “Een barnehage is een soort van kleuterschool. Noorse kinderen beginnen verplicht op de lagere school als ze zes jaar zijn. Tot die tijd kunnen kinderen iedere dag naar de barnehage zodat beide ouders naar hun werk kunnen. Hier werk ik sinds 2006 op een afdeling met vierentwintig kinderen in de leeftijd van drie tot zes jaar.”

Adrenaline-hoofdstad

Het gezin van Schendel blijft in Noorwegen en komt niet meer terug naar Nederland. Het huis in Tilburg wordt verkocht. Zoon Andres maakt in 2006 het gezin compleet. Na zeven jaar wonen in het huis dat het ziekenhuis regelde, kopen Bart en Nana in 2010 een huis aan de rand van het dorp. Bart: “We wonen nog steeds in Voss (spreek uit als Wos), centraal gelegen tussen het Hardangerfjord en het Sognefjord, ongeveer 120 kilometer landinwaarts vanaf Bergen. Het westen van Noorwegen is bekend om zijn fjorden, bergen, watervallen en wilde rivieren. Voss is bekend als ‘extremesport’-plaats met sporten als raften, wildwaterkajakken, paragliden en mountainbiken (daarom wordt het ook de ‘adrenaline-hoofdstad’ van Noorwegen genoemd, red.). In de winter is Voss een bekende wintersportplaats met een skiseizoen dat loopt van december tot eind april. Enkele jaren geleden is hier een nieuwe skigondel gebouwd; je stapt vanaf het treinstation in het centrum direct in de gondel. Als ik ga skiën, sta ik binnen twintig minuten op de skipiste. Voss is een grote gemeente qua oppervlakte; de oost- en de westgrens van de gemeente liggen ruim honderd kilometer uit elkaar. Rond en in het centrum wonen ongeveer zevenduizend mensen, maar Voss heeft een verzorgingsfunctie voor ongeveer 35.000 mensen in de omliggende gemeentes. Dat maakt dat het dorp klein en gezellig is, maar dat er wel alle soorten winkels en veel scholen zijn. En dus ook een ziekenhuis. Voss ligt ook aan de spoorlijn die de hoofdstad Oslo en Bergen aan de westkust met elkaar verbindt. Deze trein gaat door de bergen (hoogste punt is 1.220 meter) en is een ideale manier om aan wandel- of fietstochten te beginnen.”

Bekende Noorse uitdrukkingen zijn: ‘Livet er best ute’ (Het leven is buiten het beste) en ‘Det finnes ikkje dårlig vær, berre dårlige klær’ (Slecht weer bestaat niet, slechte kleding wel).

Van hobby beroep gemaakt

Bart werkt de helft van de week in de barnehage maar wordt ook steeds vaker benaderd om fietsen te repareren en te onderhouden. Hij besluit om daarvan zijn werk te maken en start in 2011 als fietsenmaker een eenmanszaak Voss Sykkelservice (Voss Fietsservice). Bart vertelt hoe dat ging: “Ik ben zelf een fanatiek fietser en kwam via een fietsclub in Voss in contact met andere fietsers. Een gedeelte van ons huis heb ik ingericht als fietsen-werkplaats. In eerste instantie ging het alleen om reparaties. Inmiddels is Voss Sykkelservice aardig gegroeid en verkoop ik ook fietsen (vooral elektrische fietsen). Noorwegen kent nog echte seizoenen. Het leven van de gemiddelde Noor is veel gericht op buiten zijn in de natuur. Omdat we in Voss behoorlijk strenge winters hebben is fietsen voor de meeste mensen een activiteit/sport waarmee men begint in april. In oktober/november bergt men de fietsen weer op. Ik vind het ook erg leuk om zelf te fietsen, wandelen, skiën en kamperen. Dus ik probeer iedere dag ongeveer twee uur vrij te houden voor deze activiteiten. Is het een dag erg mooi weer, dan neem ik vrij en werk ik ’s avonds wat meer. Voordeel van Voss is dat alles dichtbij is. Het skigebied (en mountainbike/wandelgebied in de zomer) ligt in de bergen recht achter ons huis. Binnen twintig minuten sta ik op de skipistes en mountainbikeroutes beginnen op twee tot tien minuten fietsen vanaf huis. Vroeger gingen we vaak in de weekenden skiën, wandelen en fietsen met de kinderen. Vaak kampeerde we dan ook. Nu de kinderen groot en zelfstandig zijn (Carmen is 21 en Andres is 18) en geen zin meer hebben om met ons mee te gaan, gaan Nana en ik vaak samen een weekendje kamperen, fietsen of een dag wandelen in de bergen. In Noorwegen geldt het ‘allemansrett’. Dat wil zeggen dat je overal mag kamperen in de vrije natuur. Ook een vuurtje maken mag vrijwel overal in de periode van 15 september tot 15 april.”

Plannen voor de toekomst

Het plan is om over vijf jaar minder te gaan werken en weer meer te gaan reizen. “Voor corona gingen we altijd drie tot vier weken per jaar op vakantie, ieder jaar naar een nieuw land. Hoewel we de afgelopen twee jaar fijne vakanties hebben gehad in eigen land, verheug ik me erop om die vakantietraditie weer op te kunnen pakken. Het plan is ook om mijn broer Pim en zijn gezin op te zoeken in Indonesië. Dat willen we combineren met een langere reis in Azië. Als we over vijf jaar minder gaan werken willen we misschien ook wel twee maanden tijdelijk in een ander land gaan wonen. Het is ontzettend leuk om ieder jaar in een nieuw land rond te reizen en met nieuwe culturen kennis te maken”, sluit Bart ons gesprek enthousiast af.