27 april 2024 | Auteur: Monique van den Brandt
Alfred van Thuijl in Morvan: Het leven is vrijer, we ‘moeten’ hier minder
Alfred van Thuijl (65) koesterde al lang de wens om iets voor zichtzelf te beginnen in het buitenland. De mooiste plekken van Europa zag hij voorbijkomen tijdens zijn werk als touringcarchauffeur bij onder andere Touringcarbedrijf Kupers. Al dat dagdromen werd in 2020 werkelijkheid. Samen met zijn partner Annelies Boer (66) kocht hij een klein heuvelachtig terrein in Cussy-en-Morvan met daarop een honderd jaar oud huis, een grote schuur, drie chalets en zes kampeerplekken. “Wonen op het platteland is ook weer terug naar de jaren vijftig; een houtkachel (geen cv), soms een dag geen elektriciteit en onlangs nog anderhalve dag geen water. Dan was je je met regenwater”, lacht Alfred.
Van bus naar wijn
Het avontuurlijke heeft Alfred van geen vreemde. “Mijn vader was reislustig en nam ons al vroeg mee op vakantie naar het buitenland”, zegt Alfred. Het gezin bestond uit zes kinderen en Alfred was nummer drie. Geboren in Nederweert, enkele jaren later verhuisd naar Weert en daar op school gezeten. In de derde klas van de MTS bleek dat hij toch niet zo technisch was als hij dacht en ging hij aan de slag als expeditiechef bij Frencken (lijmen-beitsen-lakken). “Ik was geen student. Ik leerde wat ik interessant vond, veel vakken lagen me niet”, geeft Alfred eerlijk toe. Daarna volgden allerlei andere banen. Zijn liefde voor nauwkeurig chaufferen ontstond tijdens het heftruck rijden als onderhoudsmonteur bij een familiebedrijf in Stramproy. Vijftien jaar werkte hij als touringcarchauffeur bij Touringcarbedrijf Van Asten in Budel en daarna nog enkele jaren bij Kupers in Weert. “De laatste tien jaar werkte ik met veel plezier bij Drankenhandel en Verhuurbedrijf Vanderfeesten in Weert, waar ik in de slijterij drank verkocht.”
Het avontuur lonkt
Tijdens café Classic, een open podium met livemuziek in Valkenburg aan de Geul, ontmoette Alfred Annelies Boer. De vader van Annelies zat daar in het weekend achter de piano en begeleidde jong en oud die het podium opstapten. Annelies was er regelmatig te vinden en Alfred was er een avondje met zijn broer die in Valkenburg woont. Twaalf jaar later waren ze toe aan een nieuwe uitdaging. Alfred: “Annelies had een hele leuke baan als perscoördinator bij de gemeente Maastricht maar door het zittende werk had ze fysiek veel klachten en wilde ze meer bewegen. Ik had allang de wens om naar het buitenland te gaan. We zijn toen op zoek gegaan in Frankrijk; een groot land met veel ruimte en natuur. We zijn daar al vaak op vakantie geweest. De cultuur ligt ons wel, je kunt er heerlijk eten en de mensen zijn vriendelijk. Bovendien ben ik een wijnliefhebber (sommelier). Hier op het platteland heeft men elkaar nodig en is men bereid om elkaar te helpen.”
Overweldigende stilte en sterren
De keuze valt op een bergachtig gebied; regionaal natuurpark de Morvan, 640 kilometer van Weert. De Morvan is een middelgebergte en eigenlijk een uitloper van het Centraal Massief. Het is een bosrijk gebied en bosbouw was vroeger de belangrijkste inkomstenbron. Doordat industrie hier ontbreekt is er nauwelijks luchtvervuiling en weinig lichtvervuiling. “We zijn hier twee keer eerder op vakantie geweest en het landschap beviel ons goed. We hebben een makelaar gevonden die ons drie huizen liet zien in de streek. Eén ervan was het huis met de camping. Vanaf ons terrein lopen diverse wandelroutes. Er zijn ook fiets-/mountainbike-routes voor geoefende fietsers; de heuvels zijn pittig. In de buurt zijn diverse kastelen, kleine dorpjes zoals Flavigny (waar de film ‘Chocolat’ met Johnny Depp is opgenomen) en Avallon. Er zijn verschillende mooie meren (lac des Settons, lac de Pannecière), het stadje Saulieu met zijn gezellige markt op zaterdag en de oude stad Autun met zijn kathedraal. De natuur is fantastisch. De streek is dunbevolkt, de stilte is overweldigend, evenals de sterrenhemel”, vertelt Alfred enthousiast. “Omdat er in Frankrijk meer ruimte is, is het leven vrijer en ‘moeten’ we hier minder. Nu we uit Nederland weg zijn, worden de verschillen meer zichtbaar. Nederland is ‘overgereguleerd’, te druk en men heeft geen geduld.”
Werk aan de winkel
Mini-Camping Le Petit Papillon is in 2004 opgezet door een Nederlands echtpaar. Ze verkochten het aan een Engels echtpaar dat het na drie jaar te koop zette wegens gezondheidsproblemen. Alfred: “Het terrein en de gebouwen waren erg slecht onderhouden. Toen we hier net woonden ging Frankrijk op slot vanwege de coronapandemie. We hebben toen veel tijd gehad om onderhoud aan de gebouwen en de tuin te doen. De enorme schuurdeur moest opnieuw worden gelakt, ik heb ruiten, kranen en dakgoten vervangen, elektriciteit aangepast, tegels gezet, gestuct en geschilderd.” Op hun site houdt Annelies belangstellenden op de hoogte van hun avonturen en daarin staat op 1 mei 2020 te lezen; ‘Alfred blijkt een goede klusser. Alfred draait er zijn hand niet voor om. Door de maatregelen in verband met het coronavirus kunnen we nog geen gasten ontvangen. Jammer, maar het geeft ons de ruimte om alles in orde te hebben als de deuren open kunnen’. Als de camping gesloten is, zijn er grote klussen te doen. Afgelopen winter was dat, naast het onderhoud aan de tuin, het opnieuw voegen van de grote muur van de oude schuur; vele weken is Alfred daarmee bezig geweest. Ook zijn er buiten drainagebuizen gelegd omdat het water het huis in liep. Volgens Wikipedia regent het er gemiddeld 190 dagen per jaar en dat is afgezien van enkele meetstations in Bretagne meer dan enig andere Franse plaats.
Fragment uit de nieuwsbrief van Annelies op hun website:
De Zevenslaper
Het was eind juli 2021 toen we rond half vier uur ‘s nachts lawaai hoorden in de woonkamer. We gingen kijken en zagen boven op de keukenkast een flinke muis met een prachtige pluimstaart, die brutaal terug staarde. Hij verdween met een vaartje achter een balk in het plafond toen we dichterbij kwamen. Iedere nacht was hij actief en at alles wat los en vast zat: fruit, koekjes, plastic dop van de fles olijfolie, koffiecups… We zetten een val, met een rozijntje erin om hem te lokken. Maar hij was ook niet gek, de hele week hield hij ons ‘s nachts uit de slaap en liep met een boogje om de val heen. Een Zevenslaper (slaapt zeven maanden per jaar van herfst tot voorjaar) wordt ook wel Relmuis genoemd, omdat hij veel lawaai maakt. Uiteindelijk zetten we alles wat hij lekker vond in een kast. Het rozijntje bleef over…En ja hoor, gevangen! Blijkbaar vinden knaagdieren binnen een straal van een kilometer de weg naar huis terug, dus heb ik hem vijf kilometer verderop losgelaten uit de kooi. Hij aarzelde even, maar verdween toen met sierlijke sprongen het bos in.
Broodje, praatje, drankje
Na een relatief rustige winterperiode maken Alfred en Annelies zich weer op voor een nieuw seizoen. Op 17 mei gaat de camping open en zullen ze tot 9 september gasten ontvangen. Alfred: “Het allerleukste is ’s morgens de deur opendoen en verwelkomd worden door de frisse lucht, de natuur, de talloze vogels en de rust. En daarna de vrijheid hebben om te kiezen hoe je je dag gaat indelen.” De drie chalets plus zes kampeerplekken betekenen wel dat er gewerkt moet worden. Alfred vertelt hoe dat er voor hen uitziet; “Onze dag begint met brood halen voor de gasten en eventueel ontbijt maken voor de gasten in de chalets. Een praatje maken bij het uitdelen van het brood hoort daar natuurlijk bij! Daarna wordt het opzet-zwembad schoongemaakt, dat moet meerdere keren per dag gebeuren. Verder moet het sanitair gepoetst worden en ook de chalets op dagen van vertrek. Ook zijn er altijd wel kleine reparaties of klusjes die gedaan moeten worden. We hebben een eigen moestuin die ook dagelijks onderhoud vraagt. We zijn ook het aanspreekpunt voor onze gasten om informatie te verstrekken over de streek of hand-en-spandiensten te verrichten zoals het bellen van een dokter, restaurant of garage. Vanaf einde middag verzorgen we drankjes voor gasten en vaak sluiten we, op verzoek, daarbij aan. Elke avond wordt er gekookt en soms eten gasten mee.”
Rust op het platteland
Het Franse leven verschilt wel met dat in Nederland; er wordt warm gegeten tussen de middag (alle restaurants zitten dan vol) en rond 17.00 uur eindigt de werkdag met een Pastis of Ricard. Fransen eten en drinken graag uitgebreid (ze zitten soms wel vijf uur aan tafel met zes gangen). Tussen 12 en 14 uur moet het op het platteland stil zijn; dan mag er geen gras worden gemaaid of geboord worden. Behalve supermarkten zijn de meeste winkels van 12 tot 14 uur gesloten. Alfred en Annelies hebben contact met andere Nederlanders die ook geëmigreerd zijn en met locals. “We hebben inmiddels wat Franse kennissen waar we een warm contact mee hebben, maar als puntje bij paaltje komt blijf je een buitenlander. Fransen zijn een beetje als Limburgers; ze zullen niet rechtstreeks zeggen wat hen niet bevalt, maar indirect hoor je het dan wel (of ze zoeken geen contact meer)”, lacht Alfred. Het merendeel van de plaatselijke bevolking spreekt alleen Frans. Annelies en Alfred hebben Franse les gevolgd en kunnen de gesprekken inmiddels goed volgen. “We leren nog steeds en hopen over een paar jaar een ontspannen gesprek te kunnen voeren”. Maar misschien gaan ze tegen die tijd wel op Spaanse les. Alfred: “Zolang we er plezier in hebben blijven we dit doen maar ik zou het liefst over een tijdje mijn horizon weer verleggen en dan nog zuidelijker gaan zoals bijvoorbeeld Spanje”. Wordt vervolgd…
Tips voor deze rubriek? Mail de redacteur, Monique van den Brandt: monique@vandenbrandt.eu