28 maart 2019 | Auteur: Désiré Kappert
Lingerie-gêne
Door Ton Adriaens
Op het
moment dat we langs de wijd openstaande deuren van Livera lopen, schiet mijn
vrouw naar binnen en spreekt een verkoopster aan. De betekenis van haar
wapperende handje houdt voor mij het midden tussen: ‘Och, nu ik eraan denk…’ en
‘Blijf jij maar hier wachten’. Ik besluit tot het laatste. Het is tenslotte een
dameslingeriezaak. Dat wapperend handje heeft ook iets van: ‘Duurt maar heel
even’.
Dat blijkt niet het geval. Samen met de verkoopster loopt mijn vrouw dieper de
winkel in. Dan sta je als man toch even in dubio. In de etalage naar schaars
geklede paspoppen kijken, kan totaal verkeerde gedachten oproepen bij
voorbijgangers. Dan maar naar binnen. Bij de kassa staan mijn vrouw en de
verkoopster nu in gesprek met de winkelmanager. Ik blijf op gepaste afstand wat
ongemakkelijk rondkijken. Waar ik ook kijk, alleen maar damesslips en bh’s; het
ene setje nog sexyer dan het andere. Het aanschouwen van al dit moois geeft mij
het gevoel dat mij ook bekruipt als ik net iets te lang naar vrouwenborsten
kijk. Zelfs als ze uitdagend aan de frisse lucht hangen en schreeuwen om aandacht!
Ik hoor het gesprek op en neer pingpongen over merken, kwaliteitsverschillen,
funeste wasprogramma’s en goede ervaringen met dit merk. Voor ik het weet, word
ik door de scherpe blik van de filiaalmanager bij het gesprek betrokken.
Mijn vrouw blijkt onlangs een stretchslip gekocht te hebben die al heel snel
uitgestretcht was terwijl haar oudere slips van hetzelfde merk nog keurig hun
werk doen. Rara hoe kan dat? ‘Geen idee’, ‘Heel raar’, ‘Nooit klachten over
gehad’, ‘Toch een ander merk?’.
Om de schijnbare impasse te doorbreken stel ik het babbelende driemanschap
vrouwen voor om een oude en de pas gekochte slip aan een vergelijkend
warenonderzoek te onderwerpen en dan tot een conclusie plus oplossing te komen.
De keuvelconversatie valt even stil. Zo’n praktische en concrete suggestie van
een man aan drie vrouwen, hoe haal ik het in mijn hoofd? Waarschijnlijk zit er ook
net iets te veel doortastendheid in mijn stem. Met half dichtgeknepen ogen
reageert de bazin met: ”Dat is een héél goed idee van meneer!”
Overdreven complimenten kunnen dodelijk zijn. Dit is er zo een. Meen ik nu ook
een verbeten trekje om haar mond te bespeuren? Een minzame glimlach bij de
verkoopster? Ik realiseer me dat de eerste stappen die ik in de winkel heb
gezet al misstappen waren. Ik wil weg. Maar hoe nu achteloos op mijn schreden
terugkeren?
‘Zal ik alvast doorlopen en een staatslot kopen? Dan hoeven we dadelijk niet…’Mijn
vrouw knikt bevestigend. De twee anderen hebben een ijzig neutrale blik. Je
moet weten wanneer je je ergens níet mee moet bemoeien. Naar de afloop van deze
stretchstress ga ik zeker niet meer vragen.
Ik vrees dat de staatsloterij mij ook niet gunstig gezind is. Ton
Adriaens